Ingediend | 13 november 2012 |
---|---|
Beantwoord | 4 december 2012 (na 21 dagen) |
Indiener | Renske Leijten |
Beantwoord door | Martin van Rijn (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z19232.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-700.html |
Naar ik heb begrepen verstaat Thebe onder «thuishulp» activiteiten zoals schoonmaken, strijken en wassen. «Thuishulp» ondersteunt daarnaast bij de organisatie van de huishouding en signaleert problemen bij de cliënt in een vroegtijdig stadium.. Ik heb van dit bericht kennis genomen.Het is niet aan mij om in de bedrijfs economische afweging van Thebe te treden.
Ik heb vernomen dat Thebe een sociaal akkoord aan haar medewerkers heeft voorgesteld. Dit sociaal akkoord was volgens Thebe gericht op behoud van werkgelegenheid en om de cliënt het vertrouwde gezicht van de hulp in de huishouding te laten behouden. Op dit moment worden nog gesprekken gevoerd tussen Thebe en vakbonden over dit voorgestelde sociaal akkoord. Zolang deze gesprekken niet zijn afgerond valt niet te zeggen of het mogelijk is dat mensen hun vertrouwde thuiszorgmedewerker kunnen behouden. Overigens is een sociaal plan een aangelegenheid tussen werkgever en werknemers, en ik zal daar niet in treden.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Het is aan gemeenten om burgers waar nodig in staat te stellen een huishouden te voeren en de op basis van maatwerk aangeboden voorziening uit te voeren. Daar waar de noodzakelijke voorziening ook het organiseren van de huishouding en/of signalerende taken omvat is het aan de gemeenten om deze ondersteuning te (doen) leveren en toe te zien op de kwaliteit van de uitvoering. De kwaliteitswet zorginstellingen en het «kwaliteitsdocument voor Verantwoorde Hulp bij het Huishouden» zijn onverkort van toepassing op de aanbieders van hulp bij het huishouden.
Over de voorgenomen reorganisatie wordt door Thebe ook overleg met de betrokken gemeenten gevoerd.
Zie antwoord vraag 5.
Nee. Het is de verantwoordelijkheid van de betrokken gemeenten om in het kader van de Wmo de voorziening te bieden die is afgestemd op de reële behoefte van de cliënt. In het kader van deze verantwoordelijkheid vervullen de gemeenten een brede opdrachtgeversrol naar aanbieders.
Het betreft 20 gemeenten in het zuidwesten van Noord-Brabant. De precieze invulling van deze voorziening verschilt per gemeente en binnen gemeenten. Dit betekent dat de tarieven per gemeenten ook verschillen en zich niet laten vergelijken. Over de hoogte van deze tarieven kan ik dan ook geen oordeel geven. Met de per 1 september jl. inwerking getreden wijziging van de Wmo heeft de gemeenteraad de taak om de basistarieven voor het verlenen van huishoudelijke verzorging vast te stellen op basis van reële kostprijzen en uitgaande van de inzet van personeel door de aanbieder tegen arbeidsvoorwaarden die passen bij de vereiste vaardigheden benodigd voor het leveren van huishoudelijke verzorging.
Om de solidariteit en de zorg voor mensen die het echt nodig hebben te handhaven is het de overtuiging van de regering dat we tot een herijking van de achterliggende waarden van de langdurige zorg moeten komen. Daarbij hoort ook het kritisch kijken naar wat mensen zelf kunnen en wat mensen echt nodig hebben.
Onderdeel van de voorgenomen hervorming van de langdurige zorg is de maatregel om de huishoudelijke hulp te beperken en te vervangen door een maatwerkvoorziening voor degenen die het echt nodig hebben en het niet uit eigen middelen kunnen betalen. De maatregel wordt momenteel verder uitgewerkt in overleg met betrokken partijen.
Zie antwoord vraag 9.
Zie antwoord vraag 9.