Ingediend | 25 oktober 2012 |
---|---|
Beantwoord | 19 december 2012 (na 55 dagen) |
Indieners | John Kerstens (PvdA), Jeroen Recourt (PvdA) |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD), Maxime Verhagen (CDA) |
Onderwerpen | burgerlijk recht criminaliteit openbare orde en veiligheid recht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z18020.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-828.html |
Ja.
De meest recente cijfers van het CBS (over 2010) laten zien dat in faillissementen van ondernemingen in totaal een bedrag van bijna 4 miljard euro aan ongedekte schulden overblijft. Daarvan komt bijna 700 miljoen euro, ofwel ca. 18% voort uit faillissementen waarin sprake is van strafbare benadeling2.
Bij beroepsfraudeurs is sprake van opzettelijke wanbetaling en van, soms zeer omvangrijke, recidive. Deze factoren samen zorgen dat een relatief klein aantal fraudeurs in de genoemde mate kan bijdragen aan de totale schade.
Dit soort faillissementsfraudezaken wordt door de FIOD behandeld. Blijkens het jaarverslag van de FIOD behandelt die dienst, onder leiding van het Functioneel Parket, jaarlijks ongeveer 40 zaken op het gebied van faillissementsfraude. De zaken zijn complex en bevatten meestal meerdere faillissementen, tot soms honderden faillissementen per zaak. In deze zaken worden personen vervolgd die ervan worden verdacht stelselmatig via ingewikkelde financiële constructies faillissementsfraude te hebben gepleegd. Gelet op de disproportionele schade die veroorzaakt wordt door beroepsfraudeurs, is de focus van de FIOD op dit segment gerechtvaardigd. Naast de FIOD, die de meer complexe gevallen voor zijn rekening neemt, behandelt ook de politie relatief eenvoudige faillissementsfraudezaken.
Het is duidelijk dat het jaarlijks om forse bedragen gaat, waardoor schuldeisers benadeeld worden. Mede daarom ben ik van mening dat de pakkans verder omhoog moet en wordt daar ook volop aan gewerkt. Voor de concrete maatregelen die ik hiertoe neem, verwijs ik naar de brief over de aanpak van faillissementsfraude, die ik uw Kamer op 27 november 2012 heb gestuurd.
Zie antwoord vraag 2.
Ik verwijs hiervoor naar de hiervoor genoemde brief over de aanpak van faillissementsfraude.
Zie antwoord vraag 4.
Hierbij bericht ik u, mede namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, dat de schriftelijke vragen van de leden Recourt en Kerstens (beiden PvdA) over het bericht dat er jaarlijkse voor ongeveer 1 miljard euro faillissementsfraude wordt gepleegd (ingezonden 25 oktober 2012) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.