Kamervraag 2012Z17953

De verplichte privatisering van waterbedrijven in ruil voor Europese steunleningen

Ingediend 24 oktober 2012
Beantwoord 14 november 2012 (na 21 dagen)
Indiener Harry van Bommel
Beantwoord door Knapen (CDA) , Jan Kees de Jager (CDA)
Onderwerpen europese zaken internationaal
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z17953.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-547.html
  • Vraag 1
    Hebt u kennisgenomen van de publieke briefwisseling tussen de Europese Commissie en verschillende maatschappelijke organisaties over de verplichte privatisering van de collectieve watervoorziening?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Is het waar dat Griekenland en Portugal verplicht zijn hun waterbedrijven te privatiseren als voorwaarde voor financiële steun vanuit de EU? Indien ja, kunt u aangeven vanuit welke instantie(s) deze voorwaarde naar voren is gebracht en wie verantwoordelijk is voor het uiteindelijk vaststellen van deze voorwaarde?

    De inzet van het kabinet, gesteund door de Tweede Kamer, is dat financiële steun aan landen in nood gepaard gaat met strikte conditionaliteit die leidt tot economisch herstel en aanpassing van de onevenwichtigheden. Onderdeel van de conditionaliteit bij de huidig afgesproken leningenprogramma’s vormen privatiseringen. Privatisering van overheidsbedrijven draagt bij aan de vermindering van de overheidsschuld, maar kan ook leiden tot vermindering van subsidies aan staatsbedrijven en daarmee bijdragen aan het verbeteren van de overheidsfinanciën. Privatiseringen kunnen het potentieel herbergen om de efficiëntie van bedrijven en in breder perspectief het concurrentievermogen van de economie als geheel vergroten. Op die manier kunnen de bestaande onevenwichtigheden worden aangepakt die ook een onderdeel vormen van de oorzaken van de huidige crisis. De gevraagde privatiseringen kunnen op deze manier bijdragen het concurrentievermogen en de concurrentiepositie van zowel Portugal als Griekenland versterken.
    Bij zowel Portugal als Griekenland maken privatiseringen onderdeel uit van de condities die gepaard gaan met de financiële steun aan die beide landen krijgen uit het EFSF. De precieze conditionaliteit die gepaard gaat met financiële steun is vastgelegd in de Memorandum of Understanding (MoU). De Tweede Kamer is over de inhoud hiervan reeds geïnformeerd in de Kamerbrief nieuw leningenprogramma Griekenland met kenmerk BFB2012–7398M, d.d. 20 maart 2012, en voor Portugal in het verslag Eurogroep en Ecofin Raad van 16 en 17 mei 2011 met kenmerk BFB2011–1103M, d.d. 18 mei 2011.
    In het geval van Portugal zijn er afspraken in het MoU gemaakt tussen de Trojka (IMF, Commissie en ECB) en Portugal over de noodzaak van privatiseringen. De keuzes worden vervolgens op nationaal niveau geïnitieerd en de Trojka houdt nauw toezicht op de implementatie van de voorwaarden uit het gehele leningenprogramma.
    In het geval van Griekenland zijn in het programma zoals overeengekomen in februari, concretere afspraken gemaakt over de privatiseringen en is er ook een lijst opgesteld met te privatiseren bedrijven, waaronder waterbedrijven. Deze lijst is te vinden in de MoU die aan de Tweede Kamer is verstuurd bij de Kamerbrief nieuw leningenprogramma Griekenland met kenmerk BFB2012–7398M, d.d. 20 maart 2012. De Trojka en de lidstaten achtten een verdere concretisering en invulling van het Griekse privatiseringenprogramma noodzakelijk vanwege de gebrekkige implementatie van de voorwaarden uit het oude leningenprogramma.
    Samen met de Commissie is het kabinet van mening dat de privatisering van openbare nutsbedrijven, met inbegrip van bedrijven ten aanzien van de watervoorziening, voordelen kan opleveren voor de gehele samenleving. De privatisering moet plaatsvinden nadat een passend regelgevend kader is opgesteld om misbruik door (particuliere) monopolies te voorkomen. Tegelijkertijd moet toegang tot basisgoederen worden gewaarborgd. Het is zodoende belangrijk om zowel gelijke en eerlijke toegang tot openbare nutsvoorzieningen (zoals water, gas, elektriciteit), als een goede kwaliteit van de dienstverlening en een financieel duurzaam aanbod te waarborgen. Het kabinet heeft vertrouwen dat de Trojka, met daarin ook de Commissie, erop toeziet dat de privatisering van waterbedrijven volledige toegang tot water voor alle burgers garandeert.

  • Vraag 3
    Deelt u de mening dat de EU bij het verlenen van financiële steun geen voorwaarden zou moeten stellen die de beschikbaarheid en kwaliteit van bepaalde publieke voorzieningen, waaronder die van collectieve watervoorziening, in gevaar kunnen brengen? Indien neen, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening dat vanuit de Europese verdragen en geldende Europese wetgeving de Europese Commissie neutraal hoort te handelen ten aanzien van de mate waarin de collectieve watervoorziening in deze lidstaten behoort te worden geprivatiseerd?2 Indien neen, waarom niet? Indien ja, deelt u de mening dat het standpunt van de Commissie hier niet mee in overeenstemming is?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 5
    Bent u nog steeds tegen volledige privatisering van de drinkwatervoorziening en van mening dat landen vrij behoren te zijn in het maken van deze beslissing?3 Zo ja, op welke wijze heeft u dit standpunt tot uitdrukking laten komen bij de gesprekken over de voorwaarden die gesteld zijn aan programmalanden als Griekenland en Portugal?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 6
    Is het waar dat Griekenland op het punt staat meerderheidsbelangen in verschillende waterbedrijven te verkopen en Portugal plannen heeft om het publieke waterbedrijf te privatiseren?4 5 Indien ja, kunt u aangeven op welke wijze de Commissie garandeert en controleert dat de toegang tot de drinkwatervoorziening behouden blijft?

    Zie antwoord vraag 2.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2012Z17953
Volledige titel: De verplichte privatisering van waterbedrijven in ruil voor Europese steunleningen
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20122013-547
Volledige titel: Antwoord vragen van het lid Van Bommel over de verplichte privatisering van waterbedrijven in ruil voor Europese staatsleningen