Kamervraag 2012Z17450

De grote toename van het aantal Hongaarse prostituees die gedwongen worden te werken voor pooiers

Ingediend 15 oktober 2012
Beantwoord 22 november 2012 (na 38 dagen)
Indiener Kees van der Staaij (SGP)
Beantwoord door Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen internationaal organisatie en beleid recht staatsrecht
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z17450.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-1343.html
1. Nieuwsuur, 6 oktober 2012
2. Parool, 12 juli 2012
  • Vraag 1
    Hebt u kennisgenomen van de uitzending van Nieuwsuur waaruit blijkt dat er veel vrouwen uit Hongarije werken in de prostitutie in Amsterdams of Den Haag?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Deelt u de opvatting van de Hongaarse minister dat het merkwaardig is dat prostitutie legaal kan in Nederland?

    Ik vind het niet merkwaardig dat prostitutie legaal is. De regering en het parlement hebben meer dan tien jaar geleden na rijp beraad besloten het bordeelverbod op te heffen. Ik ben wel van mening dat het toezicht op en de handhaving van de prostitutiesector aanscherping behoeft. Zoals aangegeven in antwoord op vraag 7 van het lid Hilkens2 heb ik de Eerste Kamer verzocht de behandeling van het wetsvoorstel Regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche aan te houden. Ik beraad mij momenteel op mogelijke vervolgstappen.

  • Vraag 3
    Wat is naar uw mening de achtergrond van de grote aantrekkingskracht van Nederland voor pooiers die in Hongarije vrouwen werven voor de prostitutie? Op welke manier kan worden voorkomen dat de situatie nog verder escaleert? Maakt juist het legale karakter van prostitutie in Nederland niet een belangrijk deel uit van die aantrekkingskracht?

    Het is niet zo dat mensenhandel voor seksuele uitbuiting alleen in Nederland of alleen in landen met legale prostitutie zou plaatsvinden. Mensenhandel, zowel voor seksuele- als voor arbeidsuitbuiting, vindt in alle landen plaats en kan voorkomen in alle sectoren waarin gebruik gemaakt wordt van (vooral) laaggeschoolde arbeid. Voor de maatregelen die Nederland in samenwerking met Hongarije neemt verwijs ik naar het antwoord op vraag 3 van de eerdergenoemde vragen van het lid Hilkens.

  • Vraag 4
    Herinnert u zich de toezegging tijdens het debat over mensenhandel van 22 juni 2012, waarin u hebt gezegd dat er enkele keren per jaar overleg plaatsvindt met politie en Openbaar Ministerie (OM) van onder meer Hongarije over de samenwerking in het kader van bestrijding van mensenhandel? Wanneer is het laatste overleg hierover geweest? Ziet u in de geconstateerde problemen reden de samenwerking te intensiveren?

    Ja. Relatief veel slachtoffers van mensenhandel in Nederland bezitten de Hongaarse nationaliteit. De operationele samenwerking met Hongarije wordt derhalve geïntensiveerd met als doel om gezamenlijk mensenhandel tegen te gaan. Voor meer informatie over deze samenwerking verwijs ik u naar het antwoord op vraag 3 van de set vragen van het lid Hilkens. In de opzet van de daar genoemde samenwerking zal van Nederlandse zijde aangedrongen worden op uitvoering van bewustwordingsactiviteiten, onder meer gericht op de politie en het OM, als integraal onderdeel van het programma.

  • Vraag 5
    In hoeverre zijn politie en OM van Hongarije voldoende doordrongen van het feit dat er veel vrouwen onder dwang naar Nederland gebracht worden om in de prostitutie te werken? Welke mogelijkheden ziet u om door middel van samenwerking het gevoel van urgentie te vergroten?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 6
    Deelt u de opvatting van de landelijk officier van Justitie Ten Cate dat het gewenst zou zijn als er hogere straffen opgelegd worden tegen pooiers? Is het waar dat de Amsterdamse rechtbank stelselmatig de eisen voor mensenhandel halveert en lagere straffen oplegt dan elders?2

    Ik ben van mening dat de strafmaxima voor mensenhandel moeten worden verhoogd. Hiertoe heb ik recentelijk een wetsvoorstel4 bij uw kamer ingediend. Over de praktijk van de Amsterdamse rechtbank kan ik geen uitspraken doen zonder dossieronderzoek. Een dergelijk onderzoek is lastig doordat de eis van de officier van justitie niet centraal wordt geregistreerd en door het lage aantal mensenhandelzaken per rechtbank en de daarmee samenhangende lage mate van representativiteit.

  • Vraag 7
    Bent u bereid onderzoek te doen naar de hoogte van de straffen voor mensenhandelaren in Nederland ten opzichte van de straffen in andere landen en hierbij ook aandacht te geven aan de opgelegde straffen in Amsterdam?

    De Nationaal Rapporteur heeft recentelijk nog een jurisprudentieonderzoek verricht. In het onderzoeksrapport is onder andere als aanbeveling opgenomen dat de Zittende Magistratuur (ZM) zich op het gebied van mensenhandel specialiseert. Met de inwerkingtreding van de Wet herziening gerechtelijke kaart per 1 januari 2013 wordt de behandeling van mensenhandelzaken per gerecht beperkt tot 1 backoffice en een beperkt aantal aangewezen rechters en juridisch medewerkers. De gerechten dragen er zorg voor dat deze rechters en medewerkers over voldoende vakinhoudelijke kennis beschikken om de betreffende zaken adequaat te kunnen behandelen. De NRM beveelt daarnaast aan dat de ZM oriëntatiepunten ontwikkelt ten behoeve van een consistente straftoemeting in mensenhandelzaken. De ZM kan dit pas doen als er voldoende jurisprudentie op het gebied van mensenhandel is. Momenteel wordt binnen de ZM hiernaar onderzoek verricht, dat naar verwachting nog dit jaar zal zijn afgerond.
    Ik ben van mening dat hiermee voldoende recht wordt gedaan aan de aanbevelingen van de NRM op het gebied van de rechtspraak. Ik acht nader onderzoek dan ook niet nodig, mede gelet op het feit dat er al een wetsvoorstel bij uw Kamer ligt om de strafmaxima te verhogen.

  • Vraag 8
    Op welke manier kan Nederland meer betekenen om te voorkomen dat pooiers bij de uitgang van kindertehuizen jonge vrouwen ronselen voor de prostitutie? Welke preventieve inzet wordt gepleegd om dat te voorkomen?

    Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u naar het antwoord op vraag 4 van het lid Hilkens (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 637).

  • Mededeling - 7 november 2012

    Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van der Staaij (SGP) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de grote toename van het aantal Hongaarse prostituees die gedwongen worden te werken voor pooiers (ingezonden 15 november 2012) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2012Z17450
Volledige titel: De grote toename van het aantal Hongaarse prostituees die gedwongen worden te werken voor pooiers
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20122013-1343
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Van der Staaij over de grote toename van het aantal Hongaarse prostituees die gedwongen worden te werken voor pooiers