Ingediend | 5 oktober 2012 |
---|---|
Beantwoord | 12 november 2012 (na 38 dagen) |
Indiener | Peter Oskam (CDA) |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid recht strafrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z16819.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-518.html |
Ja.
De schade die de maatschappij lijdt door kunstcriminaliteit is deels financieel en deels van cultuurhistorische aard. Op beide fronten betekent het een verarming voor de Nederlandse samenleving. De aanpak van kunstcriminaliteit verdient derhalve de aandacht van handhavings- en opsporingsinstanties.
In de brief die ik samen met de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan de Tweede Kamer heb gezonden2, zijn maatregelen aangekondigd die de opsporing van kunstcriminaliteit verbeteren. Een van de maatregelen is het aanstellen van een taakaccenthouder kunstcriminaliteit binnen elke (toekomstige) regionale politie-eenheid.
Sinds mei 2012 zijn bij het Landelijk Parket van het Openbaar Ministerie een Officier van Justitie en een beleidssecretaris aangewezen die de aanpak van kunstgerelateerde criminaliteit als aandachtspunt hebben. Zij fungeren als aanspreekpunt voor OM-collega’s op de regioparketten, de groep Kunst en Antiek van de Dienst IPol van het KLPD en voor de inspecteurs van de Erfgoedinspectie.
Zie antwoord vraag 2.
De nationale database dient ter ondersteuning van de coördinatie voor de (inter)nationale registratie en opsporing van de in Nederland gestolen kunstvoorwerpen en het verzamelen van de benodigde statistische gegevens.
De nationale database is niet toegankelijk voor publieke raadpleging. De Nederlandse gegevens worden aangeleverd aan de database van Interpol. Deze database is na registratie toegankelijk voor een ieder en wordt al veelvuldig gebruikt door antiquairs. Gezien de internationale aard van de kunstroof biedt raadpleging van deze database meer zekerheid om informatie te krijgen over de status van een kunstobject.
Ik ben er geen voorstander van om een aparte meldcode voor gestolen kunst, antiek en cultureel erfgoed in te voeren. Juist in het feit dat de gemiddelde politieambtenaar niet beschikt over specifieke kennis met betrekking tot dit onderwerp, schuilt het gevaar dat men zelf zal overgaan tot het interpreteren wat wel of niet valt onder de meldcode met als gevolg dat er zaken worden gemist. Onlangs is in de Basisvoorziening Handhaving – waarin de aangiftes worden opgenomen – een mogelijkheid gecreëerd om kunst- en antiekvoorwerpen gedetailleerd te beschrijven. Hiermee worden de betreffende goederen binnen de totale stroom van aangiftes beter traceerbaar voor rechercheactiviteiten en analyses.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Oskam (CDA) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat diefstal uit kerken en kloosters een onderschat probleem lijkt te zijn (ingezonden 5 oktober 2012) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.