Ingediend | 27 september 2012 |
---|---|
Beantwoord | 31 oktober 2012 (na 34 dagen) |
Indiener | Lilian Helder (PVV) |
Beantwoord door | Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z16329.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-419.html |
Ja.
Per incident wordt het belang van een opsporingsbericht afgewogen. Bij de overweging om hiertoe al dan niet over te gaan, is, naast de afweging van de proportionaliteit en subsidiariteit, de inschatting van de reactie van de onttrokken persoon op de media-aandacht van groot belang. Uit ervaring is bekend dat sommige onttrokken personen gevaarlijker en meer onberekenbaar worden door media-aandacht, anderen slaan op vlucht. In de onderhavige zaak is, na een weloverwogen inschatting, besloten dat berichtgeving middels de media het opsporingsbelang niet zou dienen. Hierbij is het recidive- en gevaarsrisico meegewogen.
Zie antwoord 2. De bescherming van slachtoffers en samenleving prevaleert boven het belang van de opsporing. Juist hiervoor dient de zorgvuldige afweging om al dan niet over te gaan tot een opsporingsbericht.
Nee, zie antwoord 2 en 3.
Er is geen sprake van een planmatig ofwel proefverlof. Vanwege een noodzakelijk bezoek aan een specialist is door de directeur van de inrichting toestemming aan de betrokken jeugdige verleend om de inrichting onder toezicht van twee begeleiders te verlaten, conform artikel 47 lid 4 sub c Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj).
De onttrekking van de betrokken jeugdige heeft geen disciplinaire gevolgen gehad voor medewerkers van de inrichting. Bij de toekenning van het extramurale medisch bezoek is gehandeld conform de geldende wet- en regelgeving. Wel zal het incident intern worden geëvalueerd om hieruit lering te trekken voor soortgelijke zaken in de toekomst.
Indien er niet conform de wet- en regelgeving wordt gehandeld bij de beoordeling van een te verlenen verlof, kunnen er maatregelen worden getroffen jegens de persoon in kwestie, zoals bijvoorbeeld het opleggen van een disciplinaire straf.
Nee, de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (PIJ-maatregel), waartoe de betrokken jeugdige in eerste aanleg is veroordeeld, is een waardevolle toevoeging aan het jeugdsanctiestelsel. De PIJ-maatregel biedt de mogelijkheid om jeugdigen die ernstig delictgedrag vertonen, een intensieve en intramurale behandeling te bieden. Indien er aan het gevaar van de jeugdige een stoornis ten grondslag ligt, dan strekt de PIJ-maatregel er mede toe deze stoornis te behandelen. De duur van de PIJ-maatregel vloeit voort uit de wet, is vatbaar voor verlenging en biedt ook de ruimte om van verlenging af te zien. Het al dan niet verlengen van de maatregel hangt af van het succes van de behandeling. De veiligheid van de samenleving kan zodoende optimaal worden beschermd en de jeugdige kan worden voorbereid op een succesvolle terugkeer in de maatschappij.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Helder (PVV) van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het bericht «Serieverkrachter (18) loopt dagen vrij rond» (ingezonden 27 september 2012) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.