Ingediend | 19 september 2012 |
---|---|
Beantwoord | 16 oktober 2012 (na 27 dagen) |
Indiener | Jhim van Bemmel (PVV) |
Beantwoord door | Maxime Verhagen (minister economische zaken, viceminister-president ) (CDA) |
Onderwerpen | economie ict |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z16043.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-295.html |
Voor de 450–470 MHz frequentieband is een vergunning uitgegeven ten behoeve van een openbaar elektronisch communicatienetwerk voor mobiele communicatieverlening ten behoeve van besloten gebruikersgroepen (Public Access Mobile Radio). Deze vergunning is in gebruik en de vergunninghouder voldoet aan de vergunningvereisten.
Naast de genoemde vergunning is in de 450–470 MHz frequentieband in beperkte mate ruimte in de vorm van restfrequenties.
Tussen de 400 MHz en 450 MHz is geen frequentieruimte beschikbaar in de vorm van restfrequenties.
Voor het gebruik van de 1452–1492 MHz frequentieband, dit is de L-band, was een vergunning uitgegeven voor digitale omroep, echter deze is in juni van dit jaar door de vergunninghouder teruggegeven aan de Staat. Hier is momenteel dus sprake van een frequentieband die niet wordt gebruikt. Boven de 1492 MHz is rond de 1500 MHz geen frequentieruimte beschikbaar in de vorm van restfrequenties.
In Japan wordt inderdaad gebruik gemaakt van frequenties in de L-band voor mobiele communicatie. De band die in Japan wordt gebruikt, is echter net iets anders gepositioneerd en valt daardoor deels buiten de Europese indeling van deze band.
FRAND heeft betrekking op de voorwaarden die standaardisatieorganisaties vaak stellen aan houders van intellectuele eigendomsrechten, indien deze rechten deel uitmaken van een standaard, zoals bijvoorbeeld LTE. Deze voorwaarden zijn gericht op het voorkomen van misbruik van deze eigendomsrechten.
Nee, ik deel deze mening niet.
Bij de restfrequenties in de 450–470 MHz band gaat het om 2*2,3 MHz niet aaneengesloten spectrum waarvan het breedste deel 700 KHz bestrijkt. Deze frequenties zijn daarmee niet geschikt voor UMTS of LTE gebruik. Tevens onderzoek ik momenteel of deze restruimte geschikt is voor toepassingen die in de afgelopen jaren onder druk zijn komen te staan omdat ze plaats hebben moeten maken voor mobiele toepassingen.
Voor wat betreft de L-band is er breed in Europa sprake van beperkt gebruik en wordt vanwege deze reden momenteel in CEPT1-verband (waarbij 48 landen zijn aangesloten) onderzocht wat een nieuw gebruiksdoel (bestemming) van deze band kan worden. Daartoe worden diverse opties onderzocht, waaronder die van mobiel breedband en een downloadband voor omroeptoepassingen op mobiele apparaten.
Gezien het nog lopende Europese overleg is het te vroeg om nu al een keuze te maken voor het beschikbaar stellen van dit spectrum voor mobiele telefonie.
Of een frequentieband – indien deze beschikbaar komt voor mobiele telefonie – alleen voor nieuwkomers beschikbaar gesteld kan worden is een vraag die niet op voorhand beantwoord kan worden. Bij een eventuele frequentieveiling voor mobiele telefonie is een beleidsdoelstelling dat de uitgifte van frequenties bijdraagt aan een effectief concurrerende markt. Er zal op dat moment dan ook naar de marktsituatie gekeken moeten worden om te kunnen oordelen of nieuwkomers een voorkeurspositie moeten krijgen.
Ik neem aan dat met veilen onder FRAND voorwaarden wordt bedoeld dat een nieuwkomer op de markt voor mobiele telefonie na het verwerven van een vergunning voor het gebruik van frequenties alle verzoeken om toegang tot zijn netwerk zou moeten accepteren onder dezelfde voorwaarden. In de Telecommunicatiewet en het Europese regelgevende kader voor elektronische communicatie is geregeld onder welke voorwaarden en door wie een dergelijke toegangsverplichting opgelegd kan worden. Dit betekent in concreto dat alleen de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit eigenaren van elektronische communicatienetwerken met aanmerkelijke marktmacht een verplichting op kan leggen om (redelijke) verzoeken om toegang te accepteren.
Een spectrumverdeling die overeenkomsten had met een verdeling onder FRAND voorwaarden – dat is, waarbij toegang verlenen aan derden een onderdeel was van de verdeling – was de verdeling van het 800 MHz (en ook het 2.6 GHz) spectrum in Frankrijk. Kandidaten voor een vergunning werden daarbij uitgenodigd om in de selectieprocedure aan te bieden om virtuele mobiele netwerkoperators (MVNO’s) toe te laten op hun netwerk, echter kandidaten konden er ook voor kiezen dit niet te doen. Er was dus geen sprake van een verplichting vooraf maar een verplichting die kandidaten vrijwillig op zich namen.
Ik verwijs u hierbij naar mijn antwoord op de vorige vraag.