Ingediend | 5 september 2012 |
---|---|
Beantwoord | 25 oktober 2012 (na 50 dagen) |
Indiener | Frans Timmermans (PvdA) |
Beantwoord door | Uri Rosenthal (minister buitenlandse zaken) (VVD), Knapen (CDA) , Henk Bleker (staatssecretaris economische zaken) (CDA) |
Onderwerpen | recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z15615.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-371.html |
Ja.
Nee. De sociale en milieustandaarden die IFC toepast bij de selectie van bedrijven waar de organisatie mee samenwerkt zijn maatgevend voor ontwikkelingsbanken en voldoen ook aan de ILO-normen. De IFC subsidieert daarnaast een programma van Lonmin ter ondersteuning van de naleving van sociale standaarden en bevordering van de lokale ontwikkeling. Lonmin betaalde reeds meer dan het minimumloon.
De Zuid-Afrikaanse overheid heeft een onderzoek ingesteld naar het gedrag van exploitant Lonmin, de rol van de vakbonden, het politieoptreden en het handelen van het Ministry of Mineral Resources. Het is beter niet vooruit te lopen op de uitkomsten van dit onderzoek.
Transparantie kan bedrijven stimuleren verantwoordelijkheid te nemen in de eigen productieketen. Voor Nederlandse bedrijven zijn de uitgangspunten voor het nemen van die verantwoordelijkheid vastgelegd in de OESO Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen. Daarnaast is Nederland actief betrokken bij internationale initiatieven op het gebied van bevordering van transparantie op specifieke gebieden, zoals het Extractive Industries Transparency Initiative (EITI), het Natural Resource Charter en de OESO Due Diligence Guidance.
Nederland ondersteunt dialoog als middel om geweld en conflict tegen te gaan bij grondstofwinning. Nederland is momenteel voorzitter van het «Initiative of the Voluntary Principles on Security and Human Rights in the Extractive Industries»; de Voluntary Principles zijn een gezamenlijk initiatief van overheden, maatschappelijke organisaties en vrijwel alle grote multinationals uit de olie-, gas- en grondstoffenindustrie.
Een ambtelijke missie van het ministerie van EL&I bracht op 21 en 22 augustus jl. de Voluntary Principles als onderdeel van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) inspanningen onder de aandacht van de Zuid-Afrikaanse overheid en stakeholders.
Het tegengaan van importen is slechts in uitzonderingsgevallen de beste manier om tot verbeteringen in productieketens te komen.
Zie ook het antwoord bij vraag 7.
Het kabinet is voorstander van internationale afspraken over rapportageverplichtingen van betalingen aan overheden door de bedrijven in de winningsindustrie. Lonmin kan niet verplicht worden tot het openbaar maken van de gegevens, omdat Zuid-Afrika niet lid is van het EITI.
Binnen de EU wordt momenteel onderhandeld over een voorstel van de Europese Commissie voor een verplichte rapportage over betalingen van bedrijven in de olie-, gas- en mijnbouwindustrie aan overheden. Het voorstel is opgenomen in de richtlijn betreffende jaarlijkse financiële overzichten van bepaalde ondernemingsvormen (COM(2011) 684 def) en in een richtlijn tot herziening van de Transparantierichtlijn (wijziging van richtlijnen 2004/109/EG en 2007/14/EG; COM(2011) 683 def).
Zoals de minister van EL&I stelde in het Algemeen Overleg over Grondstoffen op 2 juli jl. zijn de EU-lidstaten en de Commissie reeds enkele maanden geleden een voorlopige compromistekst overeengekomen voor eerstgenoemde richtlijn inclusief de rapportageplicht. Deze rapportageverplichting omvat meer dan alleen een rapportage op landenbasis. Ook betalingen aan andere ontvangende overheidsinstanties moeten worden vermeld. Daarnaast is er een verplichting om de projecten te vermelden waaruit betalingen voortvloeien. Dit compromis ligt momenteel bij het Europees Parlement. Naar verwachting zal in januari 2013 over de richtlijn worden gestemd.
Nee. De Nederlandse overheid beschikt niet over gedetailleerde informatie over de exacte geografische herkomst van platina dat via of naar Nederland verhandeld wordt. Het is in beginsel aan het bedrijfsleven zelf om in het kader van MVO en in het bijzonder de Voluntary Principles verantwoordelijkheid te nemen in de eigen productieketen.