Ingediend | 3 september 2012 |
---|---|
Beantwoord | 12 november 2012 (na 70 dagen) |
Indiener | Arie Slob (CU) |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z15532.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-522.html |
Ja, met de toevoeging dat dit een besluit is van de gemeente Roermond.
De besturen van de veiligheidsregio’s zijn verantwoordelijk voor onder andere het voorbereiden op de bestrijding van branden en het organiseren van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing. In dit kader stelt het bestuur van de veiligheidsregio één maal in de vier jaar een beleidsplan vast, waar het dekkingsplan een onderdeel van is.
In geval er nog sprake is van een gemeentelijke brandweer, is besluitvorming over het al dan niet sluiten van kazernes een gemeentelijke verantwoordelijkheid. In geval van een geregionaliseerde brandweer ligt de verantwoordelijkheid bij het bestuur van de veiligheidsregio en kunnen de gemeenteraden van de gemeenten in de betreffende veiligheidsregio hun burgemeester vragen zich te verantwoorden. Op deze wijze is de democratische controle op de besluitvorming geborgd. Overigens zullen door de Wijzigingswet Wet veiligheidsregio’s van 27 september 2012 de gemeentelijke brandweren uiterlijk 1 januari 2014 zijn geregionaliseerd en is de volledige regionalisering van de brandweer een feit.
Op dit moment is besluitvorming over het al dan niet sluiten van de brandweerpost Swalmen de verantwoordelijkheid van de gemeente Roermond. Na de regionalisering van de brandweer van Roermond (voorzien per 1 januari 2013) ligt de verantwoordelijkheid voor dergelijke besluitvorming bij het bestuur van de veiligheidsregio Limburg-Noord.
De Inspectie VenJ concludeert in het rapport over de opkomsttijden en dekkingsplannen van de brandweer «Ter Plaatse!», dat ik bij brief van 21 juni 2012 heb aangeboden aan de Tweede Kamer (TK, vergaderjaar 2011–2012, 29 517,nr.60) dat de brandweer van de veiligheidsregio Limburg-Noord bij 46% van de incidenten aan de normtijden voldoet die in het Besluit veiligheidsregio’s worden gesteld. Omdat de veiligheidsregio Limburg-Noord één van de zes veiligheidsregio’s is die bij minder dan 50% van de incidenten aan de normtijden van het besluit veiligheidsregio’s voldoet, heeft de voorzitter van de veiligheidsregio Limburg-Noord mij bij brief van 5 oktober geïnformeerd over de maatregelen die de regio treft om de opkomsttijden te verbeteren. Volgens de regio worden de effecten hiervan zichtbaar in de actualisatie van het dekkingsplan. Kortheidshalve verwijs ik naar de inhoud van deze brief, die de veiligheidsregio op de volgende website heeft gepubliceerd: http://www.brandweerln.nl/PUBLICATIES/OVERHEID/Pages/default.aspx.
Verder heb ik de voorzitters van de veiligheidsregio’s verzocht om mij vóór het einde van het jaar te informeren over de actualisatie van het regionale dekkingsplan. Ik heb de Inspectie VenJ gevraagd om begin 2013 opnieuw onderzoek te doen naar de opkomsttijden en dekkingsplannen om te meten of er verbetering plaatsvindt. Indien de bevindingen van de Inspectie VenJ daartoe aanleiding geven, zal ik de betreffende voorzitter van de veiligheidsregio aanspreken.
Ja. Desgevraagd heeft de veiligheidsregio Limburg-Noord mij bericht dat deze langere opkomsttijd is veroorzaakt doordat de meldkamer de juiste brandlocatie pas enige tijd na de eerste meldingen heeft kunnen vaststellen, terwijl de eerste tankautospuit vanuit Roermond op basis van de eerste meldingen op weg was naar een andere locatie.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Slob (ChristenUnie) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de sluiting van de brandweerpost in Swalmen (ingezonden 3 september 2012) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.