-
Vraag 1
Kent u het bericht «Vijf doden door drone-aanval in Pakistan»?1
Ja.
-
Vraag 2
Deelt u de mening van de oorlogsrechtexpert Mary Ellen O’Connell dat de Verenigde Staten momenteel niet in oorlog zijn met de staat Pakistan en evenmin met de staten Jemen en Somalië en dat het oorlogsrecht met betrekking tot targeted killings in deze landen niet van toepassing is?2 Indien neen, wat is dan uw opvatting over het van toepassing zijnde recht met betrekking tot targeted killings door de Verenigde Staten in de genoemde landen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Het humanitair oorlogsrecht zou van toepassing kunnen zijn op bepaalde handelingen van de VS in landen voor zover deze handelingen in relatie staan tot een gewapend conflict met niet-statelijke partijen. Volgens de VS is er een gewapend conflict met Al Qaida en gaat het om aanvallen op belligerenten die op zichzelf rechtmatig zijn; Al Qaida heeft meermalen zware aanslagen tegen Amerikaanse instellingen en instellingen in andere westerse landen uitgevoerd en opgeëist. Het oorlogsrecht verbiedt het gebruik van geavanceerde wapentechnologie niet.
-
Vraag 3
Deelt u de mening van de Pakistaanse autoriteiten dat de Verenigde Staten door het uitvoeren van targeted killings in Pakistan inbreuk maken op de soevereiniteit van het land? Indien neen, waarom niet?
Bij de concrete operaties waar het hier om gaat, is het voor derde landen niet vast te stellen of al dan niet toestemming is gegeven.
-
Vraag 4
Hoe beoordeelt u de rechtmatigheid van de bij vraag 1 genoemde targeted killings? Kunt u uw antwoord toelichten?
In een gewapend conflict is het gebruik van dodelijk geweld rechtmatig, indien dit binnen de kaders van het oorlogsrecht wordt aangewend. Ten aanzien van specifieke aanvallen in betreffende landen beschik ik niet over de feitelijke informatie die nodig zou zijn om een verantwoord oordeel te kunnen geven over de rechtmatigheid ervan.
-
Vraag 5
Is het u bekend dat de Verenigde Staten zogenaamde signature strikes uitvoeren, in ieder geval in Jemen en Pakistan, waarbij niet geïdentificeerde individuen op basis van verdacht gedrag doelwit zijn van targeted killings?3 Deelt u de opvatting van de oud-Special Rapporteur on extrajudicial, summary or arbitrary executions van de Verenigde Naties, Philip Alston, dat «targeted killings should never be based solely on «suspicious» conduct or unverified – or unverifiable – information»?4 Acht u signature strikes in strijd met het internationale recht? Kunt u uw antwoord toelichten?
Zie antwoord vraag 4.
-
Vraag 6
Bent u ermee bekend dat de Verenigde Staten ook targeted killings uitvoeren op reddingswerkers?5 Deelt u de opvatting van de Special Rapporteur on extrajudicial, summary or arbitrary executions van de Verenigde Naties, Christof Heyns, dat «secondary drone strikes on rescuers who are helping (the injured) after an initial drone attack (…) are a war crime»?6 Kunt u uw antwoord toelichten?
Ik kan dit niet bevestigen.
-
Vraag 7
Is het u verder bekend dat de Verenigde Staten ook targeted killings uitvoeren op begrafenisstoeten?7 Hoe beoordeelt u de rechtmatigheid van aanvallen op begrafenisstoeten? Kunt u uw antwoord toelichten?
Zie antwoord vraag 6.
-
Vraag 8
Bent u er tenslotte mee bekend dat de aanbevelingen van de Special Rapporteur on extrajudicial, summary or arbitrary executions van de Verenigde Naties met betrekking tot targeted killings – aanbevelingen 24 en 25 – niet zijn geïmplementeerd door de Verenigde Staten?8
Of dit het geval is of niet, het is aan de VS te bezien hoe wordt omgegaan met de aanbevelingen van een Speciaal Rapporteur.
-
Vraag 9
Deelt u de opvatting van de Special Rapporteur on the promotion and protection of human rights and fundamental freedoms while countering terrorism van de Verenigde Naties, Ben Emmerson, dat targeted killings met drones niet alleen aanvallen op de individuen in kwestie zijn, maar ook op «international law itself»?9 Indien neen, waarom niet?
Zie antwoord op vraag 2 en 5.
-
Vraag 10
Deelt u de opvatting dat de ontwikkeling naar steeds meer targeted killings, met name tijdens het presidentschap van Barack Obama, allerlei juridische vragen oproept en dat meer duidelijkheid over de juridische aspecten hiervan dringend gewenst is? Indien neen, waarom niet?
Nee, het internationaalrechtelijk kader voor het gebruik van geweld, ook met behulp van drones, is voldoende helder. Exacte kennis over concrete gevallen is noodzakelijk om een gefundeerd oordeel te formuleren over de rechtmatigheid van het gebruik van drones in een concreet geval. Zie verder het antwoord op vraag 9.
-
Vraag 11
Ligt er een juridisch advies of wordt er momenteel gewerkt aan een juridisch advies van de externe volkenrechtelijk adviseur van het ministerie van Buitenlandse Zaken, professor André Nollkaemper, en/of van de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken met betrekking tot het beleid van targeted killings? Indien neen, bent u bereid de externe volkenrechtelijk adviseur en/of de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken om dit advies te vragen? Indien neen, waarom niet?
Over deze kwestie heb ik intern juridisch advies ontvangen.
-
Vraag 12
Bent u bereid stelling te nemen tegen deze systematische schendingen van mensenrechten door middel van targeted killings en uw Amerikaanse collega’s hiervan op de hoogte te brengen? Indien neen, waarom niet?
Nee, zie ook antwoord 4 en 5.
-
Vraag 13
Bent u verder bereid bij uw Amerikaanse collega’s aan te dringen op implementatie van de aanbevelingen over targeted killings van de Special Rapporteur on extrajudicial, summary or arbitrary executions van de Verenigde Naties? Indien neen, waarom niet?
Nederland is een bondgenoot van de VS in de strijd tegen het terrorisme. In dat kader vindt regelmatig juridisch overleg plaats waarbij dergelijk aspecten aan de orde komen.
-
Vraag 14
Bent u tenslotte bereid om, zolang er grote twijfels bestaan over de rechtmatigheid van targeted killings, bij uw Amerikaanse collega’s aan te dringen op een moratorium op het uitvoeren van targeted killings buiten erkende gewapende conflictgebieden? Indien neen, waarom niet?
Zie het antwoord op vraag 2.