Ingediend | 20 augustus 2012 |
---|---|
Beantwoord | 29 augustus 2012 (na 9 dagen) |
Indiener | Frans Timmermans (PvdA) |
Beantwoord door | Uri Rosenthal (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z15202.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-3317.html |
Ja.
Ik deel de brede internationale zorgen over de verhouding tussen enerzijds de beperkte zwaarte van het vergrijp, en anderzijds de lengte van het voorarrest, de strafeis en de uiteindelijke straf. Ik heb mijn teleurstelling hierover publiekelijk kenbaar gemaakt. Daarnaast onderschrijf ik de verklaring die HV Ashton
op 17 augustus heeft uitgegeven. In deze verklaring uit de HV haar diepe teleurstelling over de veroordeling van de leden van Pussy Riot, die zij buiten proportie noemt. Zij geeft tevens aan dat dit geval bovenop de recente stijging van politiek gemotiveerde intimidatie en vervolging van oppositionele activisten komt. Zij noemt respect voor mensenrechten en de rechtsstaat een onmisbaar onderdeel van de relatie tussen de EU en Rusland. (http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/EN/foraff/132192.pdf)
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Ik zie in dit soort voorvallen aanleiding de reeds tussen de EU en Rusland bestaande intensieve mensenrechtendialoog met onverminderde kracht voort te zetten. De meest recente bijeenkomst hiervan vond plaats op 20 juli jl. in Brussel. Vrijheid van meningsuiting is daar uitgebreid besproken. Ook tijdens bilaterale consultaties tussen de Nederlandse en Russische mensenrechtenambassadeurs op 18 juli jl. in Den Haag kwam vrijheid van meningsuiting uitgebreid aan de orde. Zowel tijdens dit bilaterale gesprek als tijdens de Europees-Russische mensenrechtendialoog werden bovengenoemde zorgen over de Pussy Riot-zaak overbracht, alsmede de brede zorgen over recente NGO-wetgeving, LHTB-rechten en internetvrijheid.