Ingediend | 15 augustus 2012 |
---|---|
Beantwoord | 6 september 2012 (na 22 dagen) |
Indiener | Pierre Heijnen (PvdA) |
Beantwoord door | Liesbeth Spies (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
Onderwerpen | bestuur organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z15098.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-3395.html |
Ja.
De voornemens van dit kabinet ten aanzien van openbaarheid van bestuur zijn neergelegd in de brieven van 30 en 31 mei 2011 (Kamerstukken II, 2010/11, 32 802, nrs. 1 en 2), handelend over het beleid inzake de Wob en over het hergebruik van overheidsinformatie en open data. Openbaarheid van overheidsinformatie is en dat blijft, als het aan dit kabinet ligt, ook het uitgangspunt van de Wob. Burgers moeten inzicht kunnen krijgen in het functioneren van de overheid om die overheid adequaat te kunnen controleren en eventuele misstanden aan de kaak te stellen. In het algemeen overleg van 8 februari 2012 heb ik uw Kamer ook gezegd dat dit uitgangspunt op geen enkele manier ter discussie staat. Het is de basis die ten grondslag ligt aan de Wet openbaarheid van bestuur, en daar staat dit kabinet ook voor.2
Zoals vanuit uw Kamer zelf aan de orde gesteld3, worden er echter met enige regelmaat Wob-verzoeken ingediend waarvan men zich kan afvragen of deze passen bij het doel van de Wob, namelijk het openbaar maken van overheidsdocumenten. Sommige verzoekers hebben dan met hun verzoek niet zozeer het doel informatie te vergaren ten behoeve van een bepaalde aangelegenheid maar beogen met hun verzoek bijvoorbeeld het handelen van het bestuursorgaan te frustreren en te vertragen, mogelijk met het zicht op het verbeuren van dwangsommen.4 Daarnaast zijn er Wob-verzoeken die weliswaar passen binnen de doelstelling van de Wob, maar waarbij als gevolg van de omvang van het verzoek de inspanning niet opweegt tegen de met openbaarheid te dienen belangen. Vanuit de Kamer is ook gevraagd of een dergelijke weging van «proportionaliteit» mogelijk is.5
De voorstellen uit bovengenoemde brieven zijn nader uitgewerkt in een concept voor een wetsvoorstel aanpassing Wob. Het wetsvoorstel heeft niet ten doel de openbaarheid van en toegang tot overheidsinformatie in te perken, maar juist om een goede toegang tot overheidsinformatie te kunnen blijven waarborgen. In het concept-wetsvoorstel wordt onder meer voorgesteld om verzoeken die kennelijk een ander doel hebben dan het verkrijgen van informatie, buiten behandeling te laten. Een dergelijke regeling om misbruik van de openbaarheidswetgeving tegen te gaan, is ook in internationaal perspectief niet ongebruikelijk.6 Daarnaast wordt het onder voorwaarden mogelijk dat omvangrijke verzoeken na overleg met de verzoeker alleen voor een bepaald deel van de gevraagde informatie worden behandeld. Ook wordt het onder bepaalde voorwaarden mogelijk bij een omvangrijk verzoek de beslistermijn op te schorten en in delen op het verzoek te beslissen. Daarmee worden dergelijke verzoeken beter hanteerbaar gemaakt zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid inzicht te verwerven in het functioneren van de overheid.
Het wetsvoorstel maakt het ook makkelijker om openbare overheidsinformatie te hergebruiken voor creatieve toepassingen, zoals het maken van apps. Zo wordt geregeld dat de overheid geen voorwaarden aan hergebruik mag stellen. Ook wordt een uniforme kostenregeling voorgesteld, waarbij alleen kosten voor reproductie en levering in rekening worden gebracht. Daarmee worden financiële drempels die de toegang tot overheidsinformatie beperken, tegengegaan en wordt de kans vergroot dat openbare overheidsinformatie daadwerkelijk economisch en maatschappelijk nut heeft. Voor de verdere inhoud van de brieven en het concept-wetsvoorstel volsta ik met een verwijzing naar deze openbare stukken. Het concept-wetsvoorstel is inmiddels ter consultatie gestuurd naar onder andere de decentrale overheden, de Nederlandse Vereniging van Journalisten en het Genootschap van Hoofdredacteuren. Via de internetsite www.internetconsultatie.nl kan iedereen tot 1 oktober 2012 op het voorstel reageren. De resultaten van de consultatie zullen worden verwerkt in een definitief voorstel dat het kabinet voor advies aan de Raad van State zal zenden.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Dit kabinet streeft naar een compacte overheid met een overzichtelijker en doelmatiger ordening van het binnenlands bestuur. Uitgangspunt daarbij is dat er geen extra instituties zoals een onafhankelijke commissaris in het leven worden geroepen. Daarnaast past een dergelijke commissaris niet binnen het stelsel van besluitvorming en rechtsbescherming zoals opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht.
Om de verhouding tussen het bestuursorgaan en de verzoeker te verbeteren en om eventuele juridisering tegen te gaan, kan – naast een ruimhartige opstelling bij verzoeken – doorgaans informeel overleg en contact tussen overheid en verzoeker behulpzaam zijn. Hierdoor kunnen conflicten tussen openbaar bestuur en burger worden voorkomen en kunnen bestuursorganen tot betere beslissingen komen. Via het project «Prettig contact met de overheid»7 worden de mogelijkheden bezien om aan het goede contact tussen overheid en verzoeker meer vorm en inhoud te geven.