Ingediend | 15 augustus 2012 |
---|---|
Beantwoord | 27 september 2012 (na 43 dagen) |
Indiener | Attje Kuiken (PvdA) |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z15096.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-116.html |
In het door u aangehaalde bericht wordt slechts één onderdeel belicht van de manier waarop de politie optreedt tegen het opvoeren van scooters. Het gaat hier om een manier van werken die de administratieve werklast van de politie bij veelvoorkomende overtredingen vermindert, zodat er capaciteit vrijkomt om bijv. nog meer scooters te controleren. Door in die gevallen het kentekenbewijs in te vorderen, moet betrokkene zijn voertuig op eigen kosten laten herkeuren door de RDW voordat hij het weer mag gebruiken.
Ik heb deze maatregel toegelicht in het overleg over de aanpak van scooteroverlast en in mijn brieven van 4 april 20112 en 27 oktober 2011. Bij die gelegenheden heb ik ook gewezen op de eerder dit jaar aangescherpte meetmarge en de gevallen waarin de politie wel overgaat tot directe inbeslagname van opgevoerde bromfietsen. Dit gebeurt wanneer de verkeersveiligheid dat vanwege het gevaarzettende karakter van een overtreding vereist, of in gevallen waarin iemand binnen 2 jaar na een bekeuring nog twee keer wordt betrapt met een opgevoerde scooter. Mijn standpunt en de overwegingen daarbij zijn onveranderd.
Zie antwoord vraag 1.
Het in beslag nemen van een scooter is mogelijk op verschillende gronden, met elk een eigen achtergrond en uiteenlopende bijzonderheden. Naast inbeslagname naar aanleiding van het opvoeren van een voertuig, gebeurt dit bijvoorbeeld ook in geval van diefstal, heling, of betrokkenheid bij een overval. Er zijn vervolgens verschillende uitkomsten mogelijk, afhankelijk van de beslissingen van de officier van justitie en de rechter. Politie en OM houden geen statistieken bij van de aanleiding tot inbeslagname, het aantal in beslag genomen scooters en de uiteindelijke afloop.
De lokale driehoek beslist over de mate waarin er in een regio wordt gehandhaafd op scooteroverlast, omdat de omvang van de problematiek per regio kan verschillen. Zoals ik in de eerder aangehaalde brief van 27 oktober 2011 heb aangegeven, bestaat er geen overzicht van het aantal scootercontroles. In de praktijk wordt er niet alleen gecontroleerd tijdens gerichte scootercontroles, maar gebeurt dit ook tijdens surveillances en grootschalige politieacties. Dat een gerichte en lokale aanpak effectief is, blijkt bijvoorbeeld uit het succes van de geïntensiveerde aanpak van scooteroverlast in de gemeente Urk. In die gemeente waren bij verkeersongevallen bovengemiddeld vaak bromscooters betrokken. Uit de politieregistraties blijkt dat dit in 2011 met 32% is afgenomen.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Kuiken (PvdA) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het niet langer in beslag nemen van scooters (ingezonden 15 augustus 2012) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.