Ingediend | 15 augustus 2012 |
---|---|
Beantwoord | 24 september 2012 (na 40 dagen) |
Indiener | Khadija Arib (PvdA) |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | gezin en kinderen sociale zekerheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z15091.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-54.html |
Ja.
De instellingssubsidie voor Fiom wordt van € 5 253 296,- met ingang van 1 januari 2013 structureel verlaagd met € 3 253 296,- tot ten hoogste € 2 000 000,-. Daarnaast ontvangt Fiom voor de jaren 2013 en 2014 een afbouwsubsidie van totaal € 4 500 000,-. In 2013 gaat het hierbij om een bedrag van € 2 750 000,- en in 2014 € 1 750 000,-. Per saldo beschikt Fiom daarmee in 2013 over een bedrag € 4 750 000,- en in 2014 over € 3 750 000.
De afbouwsubsidie is bedoeld voor afbouw van de organisatie van Fiom en de overdracht van kennis en expertise aan reguliere organisaties zoals huisartsen, klinieken, ziekenhuizen en aan (welzijns)organisaties op lokaal niveau. Hoe de afbouw organisatorisch, onder andere ten aanzien van de inzet van personeel, wordt ingevuld is aan Fiom.
Goede zorg en (psychosociale) hulpverlening voor vrouwen die onbedoeld zwanger zijn, voor (echt)paren die ongewenst kinderloos zijn dan wel voor mensen met vragen op terrein van adoptie is van groot belang. Binnen de reguliere zorg kan in vergelijkbaar hulpaanbod worden voorzien. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om hulp door huisartsen, ggz en ziekenhuizen en op lokaal niveau door bijvoorbeeld algemeen maatschappelijk werk en hulp en begeleiding en hulp voor (tiener)ouders.
In de voorgaande jaren heeft Fiom reeds ingezet op deskundigheidsbevordering bij onder meer professionals werkzaam in het algemeen maatschappelijk werk. Ten behoeve van deskundigheidsbevordering van organisaties in de reguliere zorg zal Fiom zich in 2013 en 2014 inzetten om kennis en expertise aan hen over te dragen. De afbouwsubsidie die Fiom voor deze jaren ontvangt is nadrukkelijk bedoeld om deze overdracht goed te laten verlopen, alsmede voor de afbouw van de organisatie van Fiom met als doel de continuïteit van hulpverlening optimaal te borgen.
De resterende subsidie aan Fiom van € 2 000 000,- per jaar is bedoeld voor het inrichten van een kennisinfrastructuur en het beheer van een aantal databanken. Hiermee wordt ervoor gezorgd dat de door Fiom opgebouwde expertise en ervaring beschikbaar blijft voor hulpverleners in andere organisaties.
Voor de beschikbaarheid van expertise en ervaring bij gemeenten verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 3.
In de afgelopen decennia is het taboe op de verschillende onderwerpen (onbedoelde zwangerschap, abortus, ongewenste kinderloosheid, problemen na adoptie) sterk verminderd. Verder is het aantal ongewenste zwangerschappen redelijk stabiel, net als het aantal adopties.
Voor mensen die te maken hebben met bijvoorbeeld onbedoelde zwangerschap, abortus, ongewenste kinderloosheid of vruchtbaarheidsproblemen is binnen de reguliere zorg hulpaanbod beschikbaar. Zo heeft een aantal abortusklinieken zelf een opleiding psychosociale counseling ontwikkeld, die inmiddels ook aan huisartsen is aangeboden. Daarnaast is counseling een vast onderdeel van een vruchtbaarheidsbehandeling. Ook op lokaal niveau kan een alternatief hulpaanbod worden geboden. Het gaat hier bijvoorbeeld om algemeen maatschappelijk werk en begeleiding en hulp voor (tiener)ouders in het kader van de Wmo.
Voor andere groepen met levensvragen of een hulpbehoefte bij moeilijke omstandigheden en gebeurtenissen worden ook geen vergelijkbare activiteiten vanuit de rijksoverheid gesubsidieerd. Mensen kunnen binnen de reguliere zorg hun eigen keuze maken voor het gebruik van psychosociale hulp en begeleiding. Bovendien is de reguliere zorg dicht bij huis en goed bereikbaar.
Gelet op de afname van het taboe, de beschikbaarheid van het aanbod binnen de reguliere voorzieningen en met het oog op de keuzevrijheid van de burger acht ik het niet langer opportuun om vanuit de rijksoverheid de specifieke activiteiten op het terrein van psychosociale hulpverlening van Fiom te subsidiëren.
Zie antwoord vraag 4.
Nee die aanleiding is er niet, dit was ook niet de reden voor de korting op de subsidie. Zie voor het overige het antwoord op de vragen 4 en 5.
Nee. Ook de organisaties binnen de reguliere zorg en op lokaal niveau kunnen in een vroeg stadium goede hulp bieden, zodat psychosociale problematiek tijdig wordt behandeld.
De vragen van het Kamerlid Arib (PvdA) over het korten op de subsidie voor Fiom, de landelijke hulpverleningsorganisatie op het gebied van zwangerschap, kinderwens, afstamming en adoptie (2012Z15091) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.