Ingediend | 15 augustus 2012 |
---|---|
Beantwoord | 11 september 2012 (na 27 dagen) |
Indiener | Jasper van Dijk |
Beantwoord door | Halbe Zijlstra (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD) |
Onderwerpen | hoger onderwijs onderwijs en wetenschap |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z15090.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-3435.html |
Het NRC-krantenartikel van 7 augustus 2012 geeft de opinie van één promovendus aan de VU weer. Aan deze opinie kan ik geen objectieve conclusies verbinden.
Uit de toekomstparagraaf bij het jaarverslag 2011 blijkt dat de VU voor de komende vijf jaar een ombuiging van 33 miljoen euro als doelstelling heeft opgenomen in het instellingsplan. De VU zal een aantal werkzaamheden niet meer of anders gaan verrichten. Daarbij gaat het voornamelijk om besparingen op inkoop, bezuinigingen op de bedrijfsvoering en bezuinigingen op de niet-kerntaken van de VU. De VU zet in op een efficiëntere samenwerking met VUmc en een sterkere verbinding met externe partners waardoor de instelling beoogt een betere kosteneffectiviteit te verkrijgen. Het is bekend dat het College van Bestuur van de VU een reorganisatievoorstel voorbereidt waarin een mogelijk verlies aan arbeidsplaatsen wordt voorzien.
Ik hecht aan een zo voorspelbaar mogelijke bekostiging voor de instellingen. Garanderen dat de bekostiging in de toekomst niet verandert, kan ik echter niet. Als er wijzigingen worden voorzien, treed ik hierover zoals gebruikelijk in overleg met de instellingen. Het is aan het College van Bestuur om een al dan niet behoudende inschatting te maken van de toekomstige inkomsten.
Uit het jaarverslag 2011 komt naar voren dat de VU in de komende vijf jaar investeert in effectievere inrichting van het onderwijs en onderzoek. Hierbij zet de instelling tegelijkertijd in op verbetering van studiesucces, onderwijskwaliteit en op de impact, kwaliteit en output van onderzoek. In dit kader zijn ook investeringen en efficiëntieslagen in de huisvesting van de instelling gepland.
Het gaat hier ondermeer om vervanging en vernieuwing van verouderd vastgoed, waarmee de groei van de universiteit niet meer optimaal kan worden opgevangen.
De inhoud van dit rapport is mij niet bekend.
In de OCW-beleidsregel Beleggen en Belenen is opgenomen op welke wijze instellingen derivaten mogen gebruiken. Op dit moment inventariseert de Inspectie van het Onderwijs hetgebruik c.q. bezit van derivaten bij alle instellingen van het hoger onderwijs. Dit onderzoek is naar verwachting in het najaar van 2012 gereed. Ik wacht de resultaten van dat onderzoek af alvorens ik besluit of aanvullende maatregelen of aanpassingen van de beleidsregel noodzakelijk zijn.
Voor het onderzoek, in het antwoord op vraag 6 beschreven, heeft de Inspectie ondermeer bij de VU informatie opgevraagd. Uit de analyse van deze informatie zal blijken wat de stand van zaken op het gebied van derivaten bij de VU is. Voor de beantwoording van de tweede vraag verwijs ik naar het antwoord op vraag 6.
Het College van Bestuur heeft de integrale verantwoordelijkheid voor de gang van zaken binnen de instelling. Hieronder valt ook het personeelsbeleid. Ik ga ervan uit dat het College van Bestuur van de VU signalen van onvrede de gepaste aandacht zal geven.
Nee. Per 1 september 2010 is met de Wet versterking besturing het governance model met een Raad van Toezicht en een College van Bestuur voor alle bijzondere hoger onderwijsinstellingen voorgeschreven. De Wet versterking besturing wordt in 2013 geëvalueerd.