Kamervraag 2012Z14993

De handelwijze van Achmea en apothekers bij het verstrekken van incontentinentiemateriaal aan patiënten

Ingediend 10 augustus 2012
Beantwoord 20 september 2012 (na 41 dagen)
Indiener Henk van Gerven
Beantwoord door Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD)
Onderwerpen geneesmiddelen en medische hulpmiddelen organisatie en beleid zorg en gezondheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z14993.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-25-n1.html
1. Persbericht 9 augustus 2012
2. E-mail van mevrouw B.
3. Telefoonnotitie SP fractie Tweede Kamer
  • Vraag 1
    Wat is uw reactie op het persbericht van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie ( KNMP) die stelt dat de nieuwe eisen van de zorgverzekeraars het de apothekers onmogelijk maakt op een adequate wijze incontinentiemateriaal te verstrekken? Heeft zij gelijk? Zo ja, waarom? Zo neen, waarom niet?1

    Het is niet aan mij om te oordelen over onderhandelingen die tussen partijen plaatsvinden. In het algemeen merk ik op dat bij het afsluiten van overeenkomsten altijd twee partijen zijn betrokken. Wanneer beide partijen akkoord gaan met de gemaakte afspraken dan ga ik ervan uit dat beide partijen deze afspraken vervolgens kunnen nakomen.

  • Vraag 2
    Wat is uw reactie op mevrouw B., die zich geschoffeerd voelt en onder druk gezet (gechanteerd) om haar privésituatie aan onbekende personen/ leveranciers toe te lichten, omdat ze anders geen incontinentiemateriaal vergoed krijgt?2

    Het valt natuurlijk niet goed te praten dat patiënten op deze wijze worden benaderd. De Zorgverzekeringswet (Zvw) biedt apothekers en verzekeraars de ruimte om een contract af te sluiten over de wijze waarop de geleverde incontinentiematerialen worden bekostigd. Alle betrokken partijen hebben echter een verantwoordelijkheid in het zorgvuldig uitvoeren van de gemaakte afspraken. De patiënt moet op een begrijpelijke manier uitgelegd krijgen waarom de apotheker doet wat die doet. Onder het zorgvuldig handelen valt mijns inziens ook het aanbieden van een alternatief wanneer de patiënt in kwestie niet door een onbekende benaderd wil worden voor het verstrekken van allerlei persoonlijke gegevens.
    Ik betreur het dat mevrouw B. op een oneigenlijke manier schrik is aangejaagd. Wanneer zij op grond van de Zvw aanspraak heeft op incontinentiemateriaal, kan natuurlijk niet gedreigd worden dat deze vergoeding stopt omdat zij weigert mee te werken aan het kenbaar maken van haar privésituatie aan onbekenden. Naast het feit dat dit dreigement geen juridische gronden heeft, lijkt mij dit niet de gewenste omgang met patiënten. Haar persoonsgegevens mogen bovendien niet zomaar aan een derde worden afgestaan, zonder dat zij daarvoor uitdrukkelijk toestemming heeft verleend. Dit is vastgelegd in de in Nederland geldende privacywetgeving. Ik heb inmiddels vernomen dat het College bescherming persoonsgegevens (CBP) Tena vragen heeft gesteld over het onderwerp.

  • Vraag 3
    Wat gebeurt er met de privégegevens die telefonisch worden afgenomen door de leveranciers van incontinentiematerialen?

    De gegevens zijn alleen in te zien door degene die ze heeft afgenomen. Deze persoon is bovendien gebonden aan geheimhouding. De KNMP (Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie), de beroepsorganisatie van apothekers, laat weten dat contractueel is vastgelegd dat leveranciers de gegevens aan de apotheker retourneert en er zelf geen gebruik van maakt bij opzegging van het contract.

  • Vraag 4
    Wat is het oordeel van het College Bescherming Persoonsgegevens over deze gang van zaken en bijvoorbeeld ook in de situatie van mevrouw B.?

    Ik weet niet wat het oordeel is of zal zijn van het College bescherming persoonsgegevens (CBP) omdat het CBP een zelfstandig bestuursorgaan is. Ik weet wel dat het CBP Tena inmiddels vragen heeft gesteld over het onderwerp.

  • Vraag 5
    Wat vindt u van het feit dat patiënten, als ze hun oorspronkelijke incontinentiemateriaal en broekjes willen behouden, nu van de apotheker te horen krijgen dat ze moeten bijbetalen? Is dit niet ongewenst? Wordt hier niet ten onrechte de rekening bij de patiënt neergelegd door de apotheker en/of Achmea?3

    Als een bepaald type incontinentiemateriaal voor de verzekerde adequaat en doelmatig is, dan heeft hij daar aanspraak op. Dan is een eigen bijdrage niet aan de orde. Wil de verzekerde een product dat duurder is dan het adequate en doelmatige product, dan zou de verzekeraar tegemoet kunnen komen aan de voorkeur van de verzekerde door de verzekerde de meerkosten te laten bijbetalen. Op die manier is er toch sprake van doelmatige zorg.

  • Vraag 6
    Hoe gaat u voorkomen dat patiënten voor incontinentiemateriaal dat is afgestemd op de persoonlijke situatie van de patiënt, moeten bijbetalen?

    Zie antwoord vraag 5.

  • Mededeling - 4 september 2012

    De vragen van het Kamerlid Van Gerven (SP) over de handelswijze van Zorgverzekeraar Achmea en apothekers bij het verstrekken van incontinentiemateriaal aan patiënten (2012Z14974), het Kamerlid Gerbrands (PVV) over de bemoeienis van fabrikant Tena met incontinente patiënten (2012Z14983), het Kamerlid Voortman (GL) over het artikel «Tena beoordeelt incontinente patiënt» (2012Z14984), het Kamerlid Van Gerven (SP) over de handelswijze van Zorgverzekeraar Achmea en apothekers bij het verstrekken van incontinentiemateriaal aan patiënten (2012Z14993) en het Kamerlid Voortman (GL) over het bericht «Niet alleen Tena belt incontinente patiënten» (2012Z15026) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden voor dit uitstel is dat de beantwoording van deze vragen nadere afstemming met externe partijen vergt. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2012Z14993
Volledige titel: Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de handelwijze van zorgverzekeraar Achmea en apothekers bij het verstrekken van incontinentiemateriaal aan patiënten (ingezonden 10 augustus 2012).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20122013-25-n1
Volledige titel: Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de handelwijze van Achmea en apothekers bij het verstrekken van incontinentiemateriaal aan patiënten (ingezonden 9 augustus 2012).