Ingediend | 6 augustus 2012 |
---|---|
Beantwoord | 25 september 2012 (na 50 dagen) |
Indieners | Wim Kortenoeven (PVV), Marcial Hernandez (Groep Kortenoeven/Hernandez) |
Beantwoord door | Hans Hillen (minister defensie) (CDA), Uri Rosenthal (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
Onderwerpen | defensie internationaal |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z14899.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-70.html |
Turkije heeft de ambitie te beschikken over een moderne defensie en defensiegerelateerde industrie. Tegen deze achtergrond heeft Turkije kenbaar gemaakt te willen investeren in de ontwikkeling van een eigen onderscheppingsysteem tegen raketten en in het vermogen op termijn satellieten in de ruimte te kunnen plaatsen. Hierover zijn nog geen formele besluiten genomen.
De informatiepositie over bondgenoten berust op de informatie die de landen in diverse NAVO-overleggen of bilateraal doorlopend verstrekken over hun ambities, plannen en capaciteiten.
Ballistische raketten kunnen zowel met conventionele als niet-conventionele ladingen worden uitgerust. De technologie wordt ook gebruikt om satellieten in de ruimte te plaatsen.
Nee. Turkije is betrokken bij het raketverdedigingsprogramma van de Navo, dat tijdens de top van Chicago werd bekrachtigd. Los daarvan staat het bondgenoten van de NAVO vrij hun eigen defensiebehoeftes nationaal in te vullen. Turkije wil investeren in capaciteiten waaraan ook de Navo behoefte heeft, zoals raketverdediging en inlichtingenvergaring. De Navo-raketverdediging berust grotendeels op nationale bijdragen van de Navo-landen.
Er is geen aanleiding de Turkse voornemens te beschouwen als een signaal dat het land zich afwendt van de transatlantische samenwerking binnen de Navo.
Ja.