Ingediend | 1 augustus 2012 |
---|---|
Beantwoord | 11 september 2012 (na 41 dagen) |
Indiener | Marianne Thieme (PvdD) |
Beantwoord door | Joop Atsma (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (CDA) |
Onderwerpen | dieren landbouw |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z14822.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-3432.html |
Ja. De Kamer is hierover niet geïnformeerd omdat het uitvoering van vastgelegd beleid betreft, te weten het convenant reduceren risico vogelaanvaringen Schiphol. Het convenant is op 16 april 2012 ondertekend door de Vereniging van Nederlandse verkeersvliegers, Schiphol, Vereniging natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Landschap Noord-Holland, Land- en Tuinbouworganisatie Nederland, de gemeente Haarlemmermeer, de colleges van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht en de Staat der Nederlanden. Uw Kamer is over dit convenant geïnformeerd in de vorige set antwoorden op vragen van mevrouw Thieme (2012Z10834).
Ja. Uw Kamer heeft bij motie van 22 december 2011 (motie-Van Veldhoven/Jacobi – Kamerstukken II 2011–2012, 32 372, nr. 80) verzocht om te komen tot een breed gedragen draagvlak voor de aanpak van de ganzenproblematiek rond Schiphol.
Hierop voortbouwend is het eerder genoemde convenant gesloten met daarin een vrijwillige regeling met een niet te gedetailleerde beschrijving van de voorwaarden. Dit doet recht aan de eigen betrokkenheid bij en verantwoordelijkheid voor het bijdragen aan de oplossing van dit vraagstuk van de agrarische ondernemer. Een aanpak op basis van vrijwilligheid draagt bij aan een optimale naleving. Daarbij is het uitgangspunt dat er geen sprake is van vrijblijvendheid. Voor de concrete overeenkomsten betekent dat dat er sprake is van 6 jarige (of 5 jarige overeenkomsten voor zover het contract niet in 2012 kan worden gesloten) afspraken die betrekking hebben op alle percelen binnen een straal van 6 kilometer rond Schiphol waar in die periode graan op wordt geteeld.
Alle partijen hebben de ambitie dat met 100% van de betrokkenen een overeenkomst wordt gesloten zodat geen sprake meer zal zijn van een aantrekkende werking door het achterblijven van graanresten.
Een verbod om bepaalde gewassen te verbouwen zou een zeer vergaande ingreep in het eigendomsrecht inhouden. Dat is een te zware maatregel, waarvoor het draagvlak ontbreekt. Immers, het resultaat kan ook op een andere manier worden gerealiseerd.
De keuze voor het versneld onderwerken van voedselrijke oogstresten past in de vier sporen aanpak: beperking van de foerageermogelijkheden van risicovolle vogels, geen nieuwe natuur als broed- en rustgebied, populatiebeheer en de inzet van techniek en invoering van radar voor vroegtijdige vogeldetectie. In deze vier sporen is geen sprake van een rangorde maar van evenwicht en samenhang: stappen op de ene weg hebben geen betekenis en geen draagvlak zonder voortgang op de andere.
Het foerageerspoor is met de vrijwillige regeling naar mijn mening goed ingevuld.
Momenteel hebben 58 boeren contracten afgesloten met mijn ministerie waarbij zij voedselrijke graanresten versneld onderploegen. Het betreft ruim 70% van het oppervlak aan graan binnen het werkingsgebied. De doelstelling van 75% deelname in 2012, zoals opgenomen in het convenant Reduceren risico vogelaanvaringen Schiphol, is hiermee praktisch gehaald. Voor het komende jaar wordt gestreefd naar 100% deelname; daartoe zullen de boeren die dit jaar nog geen overeenkomst hebben gesloten, actief worden benaderd om mee te gaan doen. Deze aanpak is en wordt voortdurend getoetst aan nationaal en internationaal opgedane kennis en ervaring, en het effect wordt op de voet gevolgd om tijdig bij te kunnen sturen.
Een algeheel verbod op de teelt van vogelaantrekkende voedselgewassen wordt daarom niet overwogen. Ook in andere EU landen en in de Verenigde Staten is er geen algemeen verbod op vogelaantrekkende voedselgewassen op grotere afstand van de start- en landingsbanen. Een stimuleringsregeling voor het telen van vogelonaantrekkelijke voedsel- of energiegewassen wordt overwogen. Er wordt inmiddels geëxperimenteerd met het telen van olifantsgras, een voor vogels onaantrekkelijk meerjarig energiegewas.
Nee, die mening deel ik niet. Er is heel nadrukkelijk gekeken naar de werkelijke kosten en inkomstenderving voor de agrarische ondernemer als het stro en de graanstoppel met de resterende graankorrels binnen 48 uur moet worden ondergewerkt.
De medewerkingvergoeding die daarnaast wordt gegeven acht ik adequaat voor de gevraagde inspanning. Ik verwacht dan ook dat de feitelijke ontwikkelingen op de wereldmarkt voor graan ten opzichte van andere gewassen bepalend zullen zijn voor de teeltkeuze.
Ja. Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL) heeft in de Haarlemmermeer 588 ha grond in bezit. Dit is circa 8% van het areaal landbouwgrond. Andere overheden (Provincie, Gemeente, Rijk) en het waterschap hebben circa 10% van het areaal landbouwgrond in bezit. Op deze gronden gelden geen beperkende voorwaarden voor het telen van voedselgewassen. Het opnemen van dergelijke beperkende voorwaarden betekent een ingreep in de vrije verhandelbaarheid respectievelijk verpachting van landbouwgrond. De desbetreffende landbouwgrond wordt veelal verpacht aan agrarische ondernemers. Het is niet zomaar mogelijk om de voorwaarden voor pachtcontracten te wijzigen. Dit geldt zowel voor bestaande contracten als voor nieuwe (zelfs eenjarige) pachtcontracten.
Voornemens hiertoe zijn mij niet bekend. Overigens zal in dergelijke gevallen niet snel tot zo’n beding worden overgegaan gezien het effect daarvan op de prijs van de grond en gezien het feit dat op andere wijze kan worden voorkomen dat ganzen er gaan foerageren.
Deze mening deel ik niet. Zie mijn antwoord op vraag 3.
Op 2 augustus 2012 ontving ik Kamervragen van het lid Thieme (PvdD) over een hectarevergoeding Schipholboer voor weren ganzen. Vanwege de benodigde in- en externe afstemming, in combinatie met de zomervakantieperiode, is er geen gelegenheid de beantwoording binnen de daartoe gestelde termijn te realiseren. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.