Ingediend | 27 juli 2012 |
---|---|
Beantwoord | 28 september 2012 (na 63 dagen) |
Indieners | Tanja Jadnanansing (PvdA), Ronald Plasterk (PvdA) |
Beantwoord door | Marja van Bijsterveldt (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CDA), Jan Kees de Jager (minister financiën) (CDA) |
Onderwerpen | beroepsonderwijs financieel toezicht financiën onderwijs en wetenschap |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z14766.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-133.html |
Ja.
De regeling Beleggen en Belenen formuleert regels waarbij het uitgangspunt is dat er voorzichtige, maatschappelijk aanvaardbare normen zijn vastgelegd voor het beleggen en belenen van onderwijsmiddelen. De onderwijsinstellingen moeten zich aan deze regeling houden. Ik heb aan de Inspectie van het Onderwijs gevraagd om onderzoek te doen naar het financiële cijferbeeld van alle publiek bekostigde instellingen in het mbo. In dit onderzoek kijkt de Inspectie van het Onderwijs ook naar het gebruik van derivaten. Er wordt eerst gewacht op de resultaten van dit onderzoek. U wordt in het najaar over de uitkomsten geïnformeerd.
Instellingen zijn, binnen de grenzen gesteld door de regeling Beleggen en Belenen, vrij om financiële verplichtingen aan te gaan. De Inspectie van het Onderwijs adviseert de instellingen in de handreiking bij de regeling beleggen en belenen om alleen verplichtingen in financiële producten aan te gaan waarvan de instelling de impact begrijpt en die leiden tot beheersing van risico’s.
De taak van onderwijsinstellingen is het verzorgen van goed onderwijs. In de regeling Beleggen en Belenen is geregeld van welke financiële producten onderwijsinstellingen gebruik mogen maken om risico’s af te dekken. Banken zijn mede bijvoorbeeld door de Basel 3 regelgeving nu minder dan voorheen bereid om een langlopende lening met een voor de onderwijsinstellinggeschikte vast rentepercentage aan te bieden. Met behulp van derivaten kunnen instellingen er voor zorgen dat ze een financieel schikkend vast rentepercentage betalen in plaats van een onzeker, variabel percentage. Daarbij is het wel zo dat aan dergelijke renteswaps in bepaalde situaties financiële consequenties verbonden zijn, zoals nu sommige instellingen ondervinden vanwege de lage rente.
Er is aan de Inspectie van het Onderwijs gevraagd om onderzoek te doen naar het financiële cijferbeeld van alle publiek bekostigde instellingen in het mbo. In dit onderzoek kijkt de Inspectie van het Onderwijs ook naar het gebruik van financiële producten. Indien hieruit blijkt dat mbo-onderwijsinstellingen onverantwoorde risico’s hebben genomen dan zal het kabinet bezien welke maatregelen genomen zullen moeten worden.