Ingediend | 26 juli 2012 |
---|---|
Beantwoord | 16 augustus 2012 (na 21 dagen) |
Indieners | Louis Bontes (PVV), Geert Wilders (PVV) |
Beantwoord door | Knapen (CDA) , Mark Rutte (minister-president , minister algemene zaken) (VVD) |
Onderwerpen | europese zaken internationaal |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z14755.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-3198.html |
Ja.
Het kabinet is van mening dat bij de komende herziening van het EU-ambtenarenstatuut de arbeidsvoorwaarden van EU-personeel gemoderniseerd en versoberd dienen te worden. Het stelsel van salarissen, pensioenen en vergoedingen van Europese Commissarissen en Europarlementariërs is vastgelegd in verscheidene regelingen. Deze stelsels zijn wat de bedragen betreft gekoppeld aan het EU-ambtenarenstatuut2, waarin de omvang en voorwaarden van salarissen, pensioenen en vergoedingen van EU-ambtenaren zijn bepaald.
Zoals vermeld in het BNC-fiche over de verordening EU-ambtenarenstatuut van 20 januari jl. (Kamerstuk 22 112, nr. 1342, 2011–2012) en de kabinetsreactie Meerjarig Financieel Kader 2014–2020 (Kamerstuk 21 501-20 nr. 553, 2011–2012) dient de ambtelijke dienst van de EU gemoderniseerd te worden. Het kabinet acht een verdergaande modernisering en versobering van het pensioensysteem, de bevorderingssystematiek en het stelsel van vergoedingen voor EU-personeel gewenst om de arbeidsvoorwaarden voor EU-ambtenaren meer in lijn te brengen met die in de lidstaten en de totale kosten voor administratieve uitgaven in de hand te houden. Zoals eerder gemeld aan de Kamer zet het kabinet in op een nominale bevriezing van de administratieve uitgaven van de EU. Wat betreft de verschillende extra vergoedingen waarvoor het EU-personeel in aanmerking komt, meent de regering dat deze (expat-)vergoedingen weliswaar gebruikelijk zijn bij personeel dat tijdelijk in het buitenland wordt gestationeerd, maar niet gepast zijn voor EU-ambtenaren die hun leven lang in Brussel werken en wonen.
Nederland heeft, samen met een groep gelijkgezinde lidstaten, in de onderhandelingen met de Commissie (en het Europees Parlement) over het EU-ambtenarenstatuut aangedrongen op ambitieuzere wijzigingsvoorstellen van de zijde van de Commissie. Lidstaten werken op nationaal niveau hard aan het doorvoeren van vergaande bezuinigingsmaatregelen. Het is van belang dat ook op Europees niveau soberheid regeert. Zolang onvoldoende wijzigingen worden aangebracht, is het voor de Raad mogelijk met gekwalificeerde minderheid het Statuutsvoorstel niet te aanvaarden. Nederland heeft samen met andere lidstaten ook tegen de voorgestelde salaris- en pensioenindexering per 1 juli 2011 (COM(2011) 820)) gestemd. Nu de door de Commissie voorgestelde indexering niet door de Raad is bekrachtigd heeft zij de Raad voor het Hof van Justitie van de Europese Unie gedaagd. De Nederlandse regering heeft derhalve een actieve houding op dit punt.
De onderhandelingen over het EU-ambtenarenstatuut maken voor wat betreft de financiële aspecten integraal onderdeel uit van de onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2014–2020. De beleidsmatige inzet van Nederland bij de onderhandelingen over hervorming van het EU-ambtenarenstatuut is ondersteunend aan de Nederlandse inzet in de MFK-onderhandelingen, te weten een substantiële vermindering van de Nederlandse afdrachten aan de EU en een hervormde begroting die is toegespitst op de prioriteiten van dit decennium.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.