Ingediend | 26 juli 2012 |
---|---|
Beantwoord | 28 september 2012 (na 64 dagen) |
Indiener | Lilian Helder (PVV) |
Beantwoord door | Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z14753.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-150.html |
Ja.
Elk slachtoffer dat geïnformeerd wenst te worden, moet geïnformeerd worden. Het Informatiepunt Detentieverloop (IDV) van het openbaar ministerie (OM), dat sinds januari 2011 bestaat, verstrekt informatie aan slachtoffers en nabestaanden van zogeheten spreekrechtwaardige delicten over het detentieverloop van veroordeelden in penitentiaire inrichtingen, jeugdinrichtingen en forensisch psychiatrische centra. Dit gebeurt om te voorkomen dat slachtoffers en nabestaanden onverwacht worden geconfronteerd met de dader.
Uit de monitorinformatie van het OM blijkt dat het IDV in de afgelopen periode in ruim 96% van de gevallen de slachtoffers en nabestaanden heeft geinformeerd. Het OM streeft er vanzelfsprekend naar om in samenwerking met DJI dit percentage te verhogen naar 100%.
Ik betreur dat de foutieve berichtgeving dat 20% van de slachtoffers en nabestaanden niet geïnformeerd wordt over verlof en vrijlating van daders voortkomt uit een eerdere reactie van het OM aan de media. Het OM heeft dit bericht op 26 juli gecorrigeerd middels een persbericht2.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Het OM heeft in samenwerking met de ketenpartners de afgelopen maanden werkprocessen en automatisering tegen het licht gehouden en verbeterd. Het op 100% krijgen van informatievoorziening aan slachtoffers en nabestaanden hoort daarbij. Hierbij wordt ook gekeken naar de informatie-uitwisseling tussen DJI en het IDV. De stand van zaken op dit punt wordt in het najaar opgemaakt en betrokken in het lopende ketentraject dat gericht is op herinrichting van het informatieproces aan slachtoffers, waarover ik uw Kamer op 13 maart 2012 heb bericht3. Zoals ik in mijn antwoorden op voornoemde vragen heb aangegeven acht ik ook de wijze van bejegening van slachtoffers van groot belang, waarbij maatwerk in plaats van standaardbrieven het uitgangspunt moet zijn.
Zie antwoord vraag 5.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Helder (PVV) van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het bericht: «Slachtoffer vaak genegeerd» (ingezonden 26 juli 2012) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.