Ingediend | 23 juli 2012 |
---|---|
Beantwoord | 20 augustus 2012 (na 28 dagen) |
Indiener | Pierre Heijnen (PvdA) |
Beantwoord door | Liesbeth Spies (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
Onderwerpen | recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z14694.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-3215.html |
Ja.
De uitspraken van de HR en het EHRM maken zonder twijfel duidelijk dat vrouwen niet mogen worden uitgesloten van het passief kiesrecht. Het is in eerste instantie aan de SGP om te bezien op welke wijze dit kan worden bereikt.
Ik heb het hoofdbestuur van de SGP schriftelijk gevraagd welke consequenties het voornemens is te verbinden aan de beslissing van het Europees Hof voor de Mensenrechten (EHRM) en om hierover met mij in overleg te treden. Dit overleg zal naar verwachting plaatsvinden op korte termijn. Tegelijkertijd beraad ik mij op de aard en inhoud van de maatregelen die de regering kan overwegen te treffen ter (nadere) uitvoering van de Hoge Raad uitspraak van 9 april 2010 in het geval de SGP geen maatregelen neemt. Ik zal de Tweede Kamer middels een brief op de hoogte stellen van nadere besluitvorming hieromtrent.
Zie het antwoord op vraag 2 en 3.
Wat betreft de komende en daarop volgende verkiezingen wijs ik op de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 27 januari 2011 over de vraag of een kieslijst van de SGP voor de Provinciale Staten ongeldig moest worden verklaard, aangezien de SGP vrouwen discrimineert in strijd met artikel 7 van het VN-Vrouwenverdrag. Met verwijzing naar de uitspraak van de Hoge Raad, oordeelde de Afdeling bestuursrechtspraak dat het aan de wetgever is om aan de door de Hoge Raad aangenomen onrechtmatige situatie een eind te maken. De Kiesraad heeft dit ook op zijn website bekendgemaakt. De (nadere) uitvoering van het Hoge Raad arrest verdient zorgvuldigheid en voortvarendheid.