Ingediend | 11 juli 2012 |
---|---|
Beantwoord | 4 oktober 2012 (na 85 dagen) |
Indiener | Henk van Gerven |
Beantwoord door | Henk Bleker (staatssecretaris economische zaken) (CDA) |
Onderwerpen | landbouw organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z14397.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-210.html |
Ja.
De initiatiefnemers van het Nieuw Gemengd Bedrijf hebben gebruik gemaakt van subsidieregelingen van de rijksoverheid die openstaan voor iedere ondernemer die voldoet aan de voorwaarden die golden op het moment van openstelling van deze regelingen, schaalgrootte is geen criterium voor de toekenning van een subsidie. Met innovatie- en investeringsregelingen faciliteer en ondersteun ik vooroplopende ondernemers die investeren in risicovolle innovatieve maatregelen die verder gaan dan de wettelijke eisen en op deze wijze een belangrijke bijdrage leveren aan de verdere verduurzaming van de veehouderij. De verleende innovatiesubsidies hebben geen betrekking op de daadwerkelijke fysieke realisatie van het Nieuw Gemengd Bedrijf maar op planvorming en op innovatie- en pilotprojecten op een proefbedrijf en op bestaande bedrijfslocaties. De resultaten van deze projecten komen beschikbaar voor de gehele sector.
Ja. De door het rijk verleende subsidies dateren van ruim voor het moment van aannemen van de motie Grashoff en Van Veldhoven (TK 28 286, nr. 488) waarin wordt verzocht om niet mee te werken aan bestemmingsplanwijzigingen voor stallen groter dan 300 NGE en meer dan één bouwlaag. Ik heb in de uitzending aangegeven dat de Kamer in algemene zin via de begrotingscyclus in de begroting en het jaarverslag van het ministerie van EL&I geïnformeerd wordt over subsidieregelingen, onder meer bij beleidsartikel 21 Duurzaam Ondernemen. EL&I publiceert jaarlijks een overzicht van individuele bedrijven, die subsidies hebben ontvangen met (co)financiering uit Europese middelen, dat te zien is via de website van het DR-loket ( www.hetlnvloket.nl/onderwerpen/gemeenschappelijk-landbouwbeleid/dossiers/dossier/publicatie-subsidiegegevens-landbouw-en-visserij ). Van de drie innovatiesubsidies die ten behoeve van het Nieuw Gemengd Bedrijf zijn verleend, zijn er twee gepubliceerd via de website van het DR-loket (2007 en 2009). De derde aanvraag (2005) is niet gepubliceerd omdat er geen cofinanciering uit EU-middelen bij betrokken was.
EL&I heeft in 2009 als onderdeel van een innovatiesubsidie € 17 000,= subsidie verleend voor communicatie over de bio-energiecentrale, een onderdeel van Nieuw Gemengd Bedrijf. Het communiceren over de resultaten van een innovatieproject is een voorwaarde van de regeling. Doel hiervan is kennisverspreiding zodat het resultaat van het innovatieproject beschikbaar komt voor de hele sector.
Er zijn door mij en mijn voorganger geen toezeggingen gedaan over de vestiging van het Nieuw Gemengd Bedrijf. Dit is bij uitstek een zaak van het omgevingsbeleid, waarvoor de gemeente en provincie verantwoordelijk zijn.
Ik acht het inzetten van subsidie instrumentarium door gemeente en provincie de verantwoordelijkheid van deze overheden. Gegevens hierover worden door mijn departement niet systematisch bijgehouden.
Zie antwoord vraag 6.
Nee. In 2007 werd het NGB waarin toen intensieve veehouderij, champignonteelt en glastuinbouw samenwerkten, gezien als een parallelle ontwikkeling van een agropark in China. De huidige opzet van het NGB is daarmee niet meer te vergelijken.
Ik ben bekend met de publicatie.
Dit is onjuist. De medewerker was aanwezig bij een werkbezoek van de voormalige minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, mevrouw Verburg aan China ( http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/persberichten/2007/10/18/minister-verburg-gaat-naar-china.html ). De minister hield onder meer een inleiding bij het seminar «Innovating Metropolitan Agriculture».
In opdracht van de gemeente Horst aan de Maas heeft de GGD een gezondheidskundig advies opgesteld. Hierin wordt geconcludeerd dat het Nieuw Gemengd Bedrijf voor de bevolking van de woonkernen een minimaal extra risico oplevert ten aanzien van het aspect fijn stof en geur en geen risico ten aanzien van de biologische agentia. De Commissie MER heeft een positief advies uitgebracht over de Milieu Effect Rapportage (MER) van het Nieuw Gemengd Bedrijf.
De MER, het advies van de GGD en de eerste resultaten van het fijnstofonderzoek van de provincie hebben geen aanleiding gegeven voor de gemeente om de lopende vergunningsprocedures af te breken.
De verleende innovatiesubsidies hebben geen betrekking op de fysieke realisatie van het Nieuw Gemengd Bedrijf maar op planvorming en op innovatie- en pilotprojecten op een proefbedrijf en op bestaande bedrijfslocaties. De resultaten van deze projecten komen beschikbaar voor de gehele sector.
Voor de realisatie van het pluimveebedrijf en de bio-energiecentrale is gezamenlijk 8,8 ha nodig, voor het varkensbedrijf 6 ha. Prijsafspraken over de grond, die wordt aangekocht van de gemeente Horst, zijn een zaak tussen partijen.
Ongeacht de schaalgrootte bieden gemeenten en provincies, die verantwoordelijk zijn voor ruimtelijke ordening en bestemmingsplannen, geen ruimte voor het vestigen van veehouderijbedrijven op industrieterreinen. Omdat het NGB zich niet kan vestigen op een industrieterrein is het verschil in prijs tussen agrarische grond en andere grond niet relevant.
Zie antwoord vraag 14.
Zie antwoord vraag 14.
Het openen en sluiten van proefbedrijven is een verantwoordelijkheid van de onderzoeksinstituten. In 2009 heeft Wageningen Universiteit en Research Centrum (WUR) geïnventariseerd wat zij aan proefbedrijven op de langere termijn nog nodig heeft. Dat heeft ertoe geleid dat WUR besloten heeft het aantal locaties voor het dierlijke onderzoek te beperken tot twee sectorale onderzoeksboerderijen: één voor melkvee (bij Leeuwarden) en één voor varkens (Sterksel).
Op grond van de Beleidsnota biologische landbouwketen 2008–2011 is gewerkt aan de verdere verzelfstandiging van de biologische sector. Vanaf 2012 is, zoals in de nota was aangekondigd, het beleid voor de biologische landbouw geïntegreerd in het algemene landbouwbeleid. Daarmee zijn er geen specifieke subsidies voor de biologische landbouw meer, biologische ondernemers kunnen gebruik maken van het reguliere subsidie-instrumentarium voor de landbouw. Dit staat geheel los van de discussie over subsidies aan het Nieuw Gemengd Bedrijf.
De vragen van het lid Thieme (PvdD) over miljoenensubsidie voor de megastal in Grubbenvorst (ingezonden 10 juli 2012), van het lid Van Gerven (SP) over miljoenen subsidies voor een gigastal in Horst aan de Maas en het informeren van de Kamer daarover (ingezonden 11 juli 2012) en van het lid Van Dekken (PvdA) over de subsidiëring van de ontwikkeling van een gigastal in Horst aan de Maas (ingezonden 11 juli 2012) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gevraagde termijn worden beantwoord. De reden van uitstel is dat voor een aantal antwoorden de benodigde informatie bij mijn diensten moet worden verzameld.