Ingediend | 11 juli 2012 |
---|---|
Beantwoord | 17 augustus 2012 (na 37 dagen) |
Indiener | Harry van Bommel |
Beantwoord door | Marja van Bijsterveldt (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CDA), Uri Rosenthal (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z14394.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-3209.html |
Ja.
Op een van de gepubliceerde foto’s zijn twee militairen in uniform van de Koninklijke landmacht te zien. Op basis van de foto’s kan niet worden geconcludeerd dat deze militairen verantwoordelijk zijn voor de dood van de slachtoffers op de foto.
Het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) heeft ongeveer 2 miljoen foto’s, 7000 films en tientallen fotoboeken van veteranen in bezit. Dit beeldarchief bevat indringende foto’s van slachtoffers uit de Bersiapperiode, van slachtoffers van gevechtshandelingen tijdens de dekolonisatiestrijd van Indonesië (1945–1949), alsmede van het optreden van het Depot Speciale Troepen KNIL onder leiding van kapitein R.P.P.Westerling op Zuid-Celebes. Deze beelden bevinden zich al jaren in het publieke domein.
Vanuit hun wetenschappelijke onafhankelijkheid zetten zowel het NIOD als het NIMH hun eigen onderzoeksprogramma’s uit.
Op 19 juni jl. hielden enkele historische instituten een pleidooi voor verder onderzoek naar de gebeurtenissen in Indonesië in de jaren 1945–1949. Vanzelfsprekend staat het de instituten vrij om binnen hun programma en verantwoordelijkheidsgebied ruimte te maken voor studie naar het geweldsgebruik in de periode van dekolonisatie. Zij zijn hiervoor geëquipeerd en zij beschikken over de benodigde onderzoeksbudgetten. Zij kunnen dit onderzoek desgewenst in gezamenlijkheid doen met internationale partners. Wij zien hierbij geen inhoudelijke, sturende of begeleidende rol voor het kabinet.