Ingediend | 4 juli 2012 |
---|---|
Beantwoord | 23 juli 2012 (na 19 dagen) |
Indieners | Klaas Dijkhoff (VVD), Mark Harbers (VVD) |
Beantwoord door | Uri Rosenthal (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
Onderwerpen | recht strafrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z13779.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-3086.html |
Ja.
Bespreking van wetsvoorstel 8711 dat uitingen van homoseksualiteit en informatie verschaffen over homoseksualiteit verbiedt staat niet langer op de agenda van 6 juli van het Oekraïense parlement. Op dit moment is het niet bekend of het voorstel in een latere zitting (na het zomerreces) opnieuw op de agenda wordt gezet.
In het EU-Oekraïne Subcomité voor Recht, Vrijheid en Veiligheid, dat op 31 mei en 1 juni jl. in Kiev plaatsvond, zijn de Oekraïense autoriteiten op Nederlandse instigatie uitdrukkelijk aangesproken op de voorgestelde wetgeving en de gebeurtenissen rond de afgelasting van de Kyiv Pride Parade in mei jl. Door de ambassadeur van de EU-delegatie in Kiev is een brief gestuurd naar de Oekraïense parlementsvoorzitter Lytvyn om de EU-zorgen over de voorgenomen anti-LHBT-wetgeving over te brengen. Op 6 juli 2012 heeft de Nederlandse ambassadeur in Kiev gesproken met vertegenwoordigers van LHBT-organisaties, die hem daarbij een open brief gericht aan alle ambassades van EU-LS hebben aangeboden. De ambassade verleent binnen de bestaande financiële en programmatische kaders ondersteuning aan LHBT-organisaties en -activiteiten. Ik wijs u in dit verband op het bezoek van minister Schippers aan Oekraïne op 9 juni jl. in het kader van EK Voetbal, waarbij zij heeft gesproken met LHBT-organisaties in Kharkiv, die de minister hebben geïnformeerd over wijdverbreide intolerantie jegens LHBT in Oekraïne. Voor details van de gevoerde gesprekken verwijs ik naar het verslag van minister Schippers dat zij naar uw Kamer heeft gestuurd (Kamerstuk 33 000-XVI nr. 186).
Ik acht het betreffende wetsvoorstel discriminerend t.a.v. LHBT en in strijd met internationale mensenrechtenverdragen en -verplichtingen, waaronder het EVRM. De Oekraïense autoriteiten worden hierop in RvE-kader gewezen.
Zoals aan uw Kamer gemeld (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1155), is door mij en andere collega’s van EU-lidstaten in de Raad Buitenlandse Zaken van 14 mei jl. onderstreept dat van ondertekening van het Associatieakkoord met Oekraïne geen sprake kan zijn zolang geen zichtbare verbeteringen zijn opgetreden op het gebied van mensenrechten en rechtsstaat. De rechten van LHBT maken hier integraal onderdeel van uit. Ook wordt Oekraïne er in het kader van de EU-Oekraïne-visumdialoog op gewezen, dat aanvaarding van een alomvattende anti-discriminatiewetgeving, conform aanbevelingen van de VN, de Raad van Europa, en de OVSE, een noodzakelijke voorwaarde is voor visumliberalisatie.
Zie antwoord vraag 5.
De vragen zijn door mij met voorrang beantwoord.