Ingediend | 26 juni 2012 |
---|---|
Beantwoord | 5 juli 2012 (na 9 dagen) |
Indiener | Angelien Eijsink (PvdA) |
Beantwoord door | Hans Hillen (minister defensie) (CDA), Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z12873.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-2952.html |
Ja.
De afgelopen jaren is de samenwerking tussen de AIVD en de MIVD op verschillende gebieden verder verbeterd en geïntensiveerd. De gezamenlijke MIVD-AIVD onderzoeksteams zijn hier voorbeelden van. De diensten hebben een samenwerkingskalender opgesteld. Daarbij gaat het onder meer om de uitwisseling van personeel en kennis, het harmoniseren van het beleid voor veiligheidsonderzoeken en het uniformeren van producten.
Bij signals intelligence (sigint) gaat het om het verkrijgen van inlichtingen op basis van interceptie van niet-kabelgebonden communicatie. De AIVD en de MIVD werken sinds 2007 binnen de NSO nauw samen bij het onderscheppen van die communicatie. De inzet van de NSO-capaciteit wordt doorlopend afgestemd op de verschillende en gemeenschappelijke behoeften van de diensten, met hun aandachtsgebieden en verantwoordelijkheden als uitgangspunt. Dit proces van afstemming liet ruimte voor verbetering en mede daarom werken de AIVD en de MIVD vanaf midden vorig jaar aan de vorming van een gezamenlijke Sigint-Cybereenheid, bestaande uit de NSO en andere personele en materiële capaciteiten van de MIVD en AIVD.
In dat kader wordt thans de verwerking van onderschepte berichten bezien. De eenheid zal de ondersteuning van de beide diensten verder optimaliseren. De gezamenlijke Sigint-Cybereenheid zal leiden tot een betere benutting van hoogwaardige technische deskundigheid en interceptiemiddelen. Met deze kwaliteitsinvestering zijn de diensten bovendien in staat in te spelen op de technologische ontwikkelingen op het gebied van sigint en cyber. Hiermee behoudt Nederland een goede, zelfstandige informatiepositie.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.