Kamervraag 2012Z12280

Identiteitsfraude

Ingediend 19 juni 2012
Beantwoord 23 augustus 2012 (na 65 dagen)
Indieners Ahmed Marcouch (PvdA), Jeroen Recourt (PvdA)
Beantwoord door Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD), Maxime Verhagen (minister economische zaken, viceminister-president ) (CDA)
Onderwerpen criminaliteit economie openbare orde en veiligheid organisatie en beleid overige economische sectoren
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z12280.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-3280.html
  • Vraag 1
    Kent u het bericht «BRIEF. Gevaarlijk falen bij politie & PostNL»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Is het waar dat iemand op de in het bericht geschetste wijze slachtoffer van identiteitsfraude kan worden? Zo ja, hoe kan dat en hoe gaat u dit voorkomen? Zo nee, waarom niet?

    In het artikel gaat het om verschillende vormen van fraude, waarvan het gebruik van de doorzendservice voor zakelijke gebruikers er één is. Een voor het slachtoffer onbekende persoon heeft zich kennelijk uitgegeven als vertegenwoordiger van de BV van het slachtoffer en in die valse hoedanigheid is een klantnummer bij PostNL aangevraagd. PostNL en justitie trachten de exacte toedracht te achterhalen. In het belang van het onderzoek en met het oog op eventuele toekomstige fraudepogingen kan over specifieke zaken geen verdere mededeling worden gedaan. PostNL heeft overigens in overleg met het slachtoffer inmiddels maatregelen genomen.

  • Vraag 3
    Is het waar dat bedrijven die via internet producten verkopen niet of niet altijd controleren of de tenaamstelling van het gebruikte rekeningnummer wel overeenkomt met de naam van het bedrijf dat de bestelling heeft geplaatst? Zo ja, deelt u de mening dat dergelijke controles de verantwoordelijkheid van het desbetreffende bedrijf dan wel de bank zouden moeten zijn? Hoe kunnen die controles worden uitgevoerd? Zo nee, wat is er dan niet waar?

    Ik ben niet bekend met de wijze waarop bedrijven die via internet producten verkopen, de betalingsgegevens van hun klanten verifiëren. Ik zie dat als een verantwoordelijkheid van die bedrijven, in de wetenschap dat onvoldoende verificatie zal leiden tot een verstoorde leverancier/klantrelatie en derhalve tot inkomstenderving.

  • Vraag 4
    Is het mogelijk dat een crimineel op naam van een bedrijf van een ander een klantnummer bij PostNL laat aanmaken en op die wijze via een zakelijke doorstuurdienst de post kan laten doorsturen? Als dit mogelijk blijkt te zijn, hoe kan dit? Hoe verhoudt zich dit tot wettelijke voorschriften, zoals het briefgeheim?

    Zakelijke klanten van PostNL kunnen een klantnummer bij PostNL aanvragen. Dit is te vergelijken met een debiteurennummer. De klant betaalt achteraf voor afgenomen producten en diensten. Het klantnummer is een interne identificatie. Bij de aanvraag van een klantnummer moet ook het KvK-nummer uit het Handelsregister worden opgegeven. Dat is ook in dit geval gebeurd. Wanneer een zakelijke doorzendservice wordt afgesloten, zendt PostNL altijd eerst een bevestigingsbrief naar het vestigingsadres van het bedrijf voordat de service daadwerkelijk start. Het vestigingsadres was in dit geval identiek aan het huisadres van het slachtoffer. Deze geeft aan deze brief nooit te hebben ontvangen. Wellicht is deze bevestigingsbrief onderschept door een kwaadwillende. Er kan een relatie zijn tot het strafrechtelijk aspect van het briefgeheim, waarbij iemand onbezorgde post steelt om kennis te nemen van de inhoud van het poststuk. Er zou ook sprake van kunnen zijn dat bezorgde post is gestolen. Dan gaat het puur om diefstal en is er geen relatie tot het briefgeheim. Wat in dit geval de precieze overtreding was wordt onderzocht.

  • Vraag 5
    Zijn er in het genoemde geval inderdaad meerdere aangiftes gedaan? Zo ja, wat is er met die aangiftes gedaan? Wat is de stand van zaken van het onderzoek? Op welke wijze wordt het slachtoffer op de hoogte gehouden?

    Ja. Naar aanleiding van de aangiftes zijn diverse opsporingshandelingen verricht door de politie. Deze hebben niet geleid tot de aanhouding van een verdachte. Het slachtoffer is op de hoogte gebracht van het feit dat het opsporingsonderzoek geen resultaat heeft opgeleverd. Ook zijn afspraken gemaakt met het slachtoffer over eventuele toekomstige gevallen.

  • Vraag 6
    Kunt u de volgende in het bericht gestelde vragen beantwoorden:

    Als iemand, zakelijk of particulier, een postbus wil openen, dan vindt bij het ophalen van de sleutel op de postbuslocatie controle plaats aan de hand van een legitimatiebewijs en aan de hand van de bevestigingsbrief die naar het woon- of vestigingsadres van de aanvrager is gestuurd. Pas daarna wordt een sleutel uitgereikt. In het onderhavige geval geeft het slachtoffer aan deze brief nooit te hebben ontvangen. Mogelijk dat de bevestigingsbrief is onderschept, want zonder bevestigingsbrief wordt geen sleutel overhandigd. Dat in dit geval ook de privé post is doorgestuurd, komt omdat de naam van de BV en de familienaam identiek waren.

  • Vraag 7
    Weet u hoe vaak er naar schatting jaarlijks op de in het bericht genoemde wijze identiteitsfraude wordt gepleegd? Zo ja, was is uw schatting? Zo nee, waarom weet u dit niet?

    Volgens gegevens van PostNL vormen pogingen tot fraude minder dan 0,03 % van het aantal jaarlijks afgesloten doorzendcontracten. Bijna altijd worden deze pogingen op tijd herkend en verijdeld. Het aantal geslaagde fraudepogingen is zeer gering.

  • Vraag 8
    Wat gaat u doen om de in het bericht genoemde criminele praktijken te bestrijden?

    Een belangrijke rol is weggelegd voor het Centraal Meldpunt Identiteitsfraude (CMI). Het CMI is ingesteld om zoveel mogelijk te voorkomen dat slachtoffers van identiteitsfraude klem komen te zitten tussen overheidsinstanties, fouten niet hersteld worden en slachtoffers geconfronteerd blijven worden met de ongewenste gevolgen van identiteitsfraude. PostNL heeft overigens het slachtoffer in het proces van afhandeling van de klacht geïnformeerd over het CMI. Daarnaast heeft het CMI naar aanleiding van het artikel op Geenstijl.nl contact opgenomen met het slachtoffer en heeft het de melding in behandeling genomen. Tot slot benadruk ik het belang dat gedupeerden aangifte doen ten behoeve van opsporing en vervolging van de daders.

  • Mededeling - 11 juli 2012

    Hierbij bericht ik u, mede namens de minister van Economische Zaken, dat de schriftelijke vragen van het lid Marcouch en Recourt (PvdA) over identiteitsfraude (ingezonden 19 juni 2012) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2012Z12280
Volledige titel: Identiteitsfraude
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20112012-3280
Volledige titel: Antwoord vragen van de leden Marcouch en Recourt over identiteitsfraude