Ingediend | 15 juni 2012 |
---|---|
Beantwoord | 17 september 2012 (na 94 dagen) |
Indieners | Pierre Heijnen (PvdA), Frans Timmermans (PvdA) |
Beantwoord door | Hans Hillen (minister defensie) (CDA), Liesbeth Spies (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA), Uri Rosenthal (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
Onderwerpen | defensie internationaal |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z12124.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-3479.html |
Ja.
In de periode van 1945 tot 1950 hebben ongeveer 2 000 personen een beroep gedaan op de Dienstweigeringswet van 1923 om te worden vrijgesteld van militaire dienst in Nederlands-Indië. In 788 gevallen is een beroep op de Dienstweigeringswet gehonoreerd. Voorts zijn 4 025 militairen gedeserteerd voorafgaand aan de uitzending naar Nederlands-Indië. Van hen zijn 2 565 militairen uiteindelijk berecht.
Tijdens de politionele acties zijn twee militairen gedeserteerd. Omdat de archieven van de militaire strafrechtspraak uit die tijd niet meer volledig zijn, is het aantal gevallen van dienstweigering door militairen tijdens de politionele acties niet vast te stellen. Ook is er geen inzicht in het aantal personeelsleden van andere overheidsdiensten of van de toenmalige Nederlands-Indische overheid dat heeft geweigerd deel te nemen aan de politionele acties en daarvoor is gestraft.
De casus is mij als zodanig niet bekend. Voor zover ik heb kunnen nagaan, zijn er alleen in de archieven van de Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP) beperkte gegevens beschikbaar over een heer P.J.A. Molenaars. Daaruit kan de casus zoals door de vragenstellers beschreven, niet worden afgeleid. Het is voorts niet gebruikelijk om in het openbaar en zonder instemming van betrokkene nader in te gaan op een individueel geval. In de beantwoording van vraag 2 heb ik uiteengezet dat er geen inzicht is in het aantal personen dat heeft geweigerd deel te nemen aan de politionele acties.
Rechters en bestuurders hebben het gedrag van personen getoetst aan de toenmalige normen en wetten. Dit heeft in sommige gevallen geleid tot het opleggen van een sanctie. In het besef dat de desbetreffende periode nu in een ander licht wordt gezien, acht ik het niet zorgvuldig de toetsing van het gedrag van individuele personen in algemene zin te herbeoordelen aan de hand van de hedendaagse normen en met de wetenschap van nu.
Zie antwoord vraag 4.