Ingediend | 13 juni 2012 |
---|---|
Beantwoord | 23 juli 2012 (na 40 dagen) |
Indieners | Joram van Klaveren (PVV), Geert Wilders (PVV) |
Beantwoord door | Leers , Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid terrorisme |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z11876.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-3091.html |
Ja.
De auteurs van de vergelijkende casestudy «Engaging with violent Islamic extremism» bevelen lokale beleidsmakers aan in gesprek te blijven met vertegenwoordigers van alle stromingen binnen de Islam, inclusief de orthodoxe stromingen. Daarbij wordt in het onderzoek wel een grens getrokken bij extremisten die het contact met autoriteiten misbruiken voor eigen gewin. De onderzoekers maken echter niet consequent onderscheid tussen orthodox gelovigen en extremisten of tussen de verschillende gradaties van contact en samenwerking die een lokale overheid kent in de relaties met non-gouvernementele organisaties. Het advies is daarmee niet helder. Mocht het advies van de onderzoekers zijn om extremistische organisaties invloed te laten uitoefenen op beleid, verzeker ik u dat ik dat advies niet overneem. Lokale beleidsmakers kunnen bij het Rijk terecht voor advies over extremistische organisaties.
Nee.
Forum speelt een betekenisvolle rol rond thema's als maatschappelijke spanningen, onderwijs, arbeidsmarkt en het ontwikkelen van effectieve methoden en instrumenten. Het levert daarmee een belangrijke bijdrage aan de realisatie van het kabinetsbeleid op het gebied van integratie. Beëindiging van de subsidie wordt daarom niet overwogen.
Nee. De dreiging van extremistisch geweld gaat uit van enkele tientallen individuen. Gezien deze werkelijkheid zou het monitoren van alle islamitische organisaties disproportioneel zijn. Het zou bovendien onterecht de indruk wekken dat alle islamitische organisaties en daarmee alle moslims verdacht zijn.
Uiteraard vervult de AIVD zijn wettelijke taak om onderzoek te doen naar personen en organisaties die aanleiding geven tot het ernstige vermoeden dat zij een gevaar vormen voor het voortbestaan van de democratische rechtsorde dan wel voor de veiligheid van de Staat. Als onderzoek van de AIVD concrete aanwijzingen oplevert voor terroristische plannen of activiteiten, dan kan de dienst anderen, zoals het Openbaar Ministerie of de Immigratie- en Naturalisatiedienst informeren. Het huidige juridische (contraterrorisme) instrumentarium biedt de mogelijkheid rechtspersonen te verbieden en individuen te vervolgen of uit te zetten.
Hierbij bericht ik u, mede namens de Minister voor Immigratie en Asiel, dat de schriftelijke vragen van de leden Van Klaveren en Wilders (beiden PVV) over het verknipte en gevaarlijke advies extremistische islamitische organisaties invloed te geven op beleid (ingezonden 13 juni 2012) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.