Ingediend | 13 juni 2012 |
---|---|
Beantwoord | 3 juli 2012 (na 20 dagen) |
Indieners | Jeroen Dijsselbloem (PvdA), Tanja Jadnanansing (PvdA) |
Beantwoord door | Halbe Zijlstra (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z11823.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-2922.html |
Ja.
Uit de cijfers die de HBO-Raad begin juni heeft gepubliceerd blijkt dat de pedagogische sector (–10,6%) inderdaad de grootste daling laat zien van het aantal verzoeken van inschrijving voor het studiejaar 2012–2013. Deze cijfers zijn afkomstig van Studielink. Studenten registreren zich hier rechtstreeks, maar ook hogescholen leveren gegevens aan.
De HBO-raad benadrukt ten zeerste dat het om voorlopige cijfers gaat. De inschrijving loopt namelijk tot 1 oktober. De uiterste aanmelddatum verschilt per hogeschool en opleiding, waarbij vervolgens de verwerking van het inschrijvingsproces kan doorlopen tot eind september. Ook worden studenten die zich op meer dan één plek aanmelden meerdere keren geteld. De definitieve cijfers over de instroom in de lerarenopleiding zijn begin 2013 bekend.
De nullijn voor overheid en onderwijs is een maatregel die is genomen om de overheidsfinanciën weer op orde te brengen. Tegelijkertijd worden echter de maatregelen uit het actieplan Leerkracht, zoals inkorten carrièrelijn en versterken functiemix, onverkort voortgezet. Daarnaast is in het Lente-akkoord afgesproken dat er vanaf 2013 jaarlijks € 75 miljoen extra geïnvesteerd wordt in de verdere professionele ontwikkeling van leraren en schoolleiders.
De keuze van jongeren voor een opleiding is afhankelijk van verschillende factoren en omstandigheden. Het is daarom lastig te voorspellen welke invloed deze maatregelen hebben op de besluitvorming van (potentiële) studenten om al dan niet aan een lerarenopleiding te beginnen.
Zoals eerder gemeld door de HBO-raad is een mogelijke verklaring voor de daling van het aantal vooraanmeldingen voor de pabo, de strengere selectie van studenten door de invoering van de reken- en taaltoets.
Per sector is het volgende indicatieve beeld te gegeven van het lerarentekort in de komende jaren:
In de brief «Ontwikkelingen op de onderwijsarbeidsmarkt en resultaten tussenmeting versterking functiemix», die tegelijkertijd met de antwoorden op deze vragen naar Uw Kamer is gestuurd, wordt uitgebreider op de voorspelde tekorten ingegaan. Daarnaast is in deze brief vermeld dat ik de komende maanden nadere analyses ga uitvoeren. Ik zal daar later dit jaar over rapporteren.
Zie het antwoord op vraag 4.
Naast de maatregelen uit het actieplan Leraar 2020 – een krachtig beroep! zet het kabinet de maatregelen voort uit het actieplan Leerkracht. De extra investeringen uit dit actieplan bedragen in 2012 770 miljoen euro, waarvan bijna 600 miljoen betrekking heeft op beloning. Met de extra middelen voor de versterking van de functiemix kunnen schoolbesturen meer leraren promoveren naar hogere leraarsfuncties met een bijbehorende beloning. Door het creëren van meer loopbaanmogelijkheden voor leraren wordt het beroep aantrekkelijker.
Daarnaast neem ik enkele maatregelen die specifiek gericht zijn op de voorspelde tekorten:
In de eerder genoemde brief «Ontwikkelingen op de onderwijsarbeidsmarkt en resultaten tussenmeting versterking functiemix» worden deze maatregelen nader toegelicht.
Het is aan een nieuw kabinet om te beslissen over het wel of niet opheffen van de nullijn.