Ingediend | 6 juni 2012 |
---|---|
Beantwoord | 29 juni 2012 (na 23 dagen) |
Indieners | Wassila Hachchi (D66), Ineke van Gent (GL) |
Beantwoord door | Liesbeth Spies (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
Onderwerpen | bestuur de nederlandse antillen en aruba |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z11277.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-3037.html |
Ja.
Op alle drie de eilanden bestaan bij bepaalde groepen gevoelens van onvrede. Tegelijkertijd zijn er ook op alle drie de eilanden belangrijke verbeteringen gerealiseerd ten opzichte van vóór 10-10-2010.
In tegenstelling tot berichtgeving in enkele media was er geen sprake van dreigende rellen op Bonaire, noch in de rest van Caribisch Nederland. Het eilandbestuur van Bonaire heeft dit eveneens aan de pers laten weten en zegt dat ervoor moet worden gewaakt dat er een beeld ontstaat dat niet representatief is voor Bonaire en haar inwoners. Inwoners van Caribisch Nederland hebben dezelfde democratische rechten als inwoners van het Europese deel van ons land. In die zin zijn zij net zo «machtig».
De petitie van de actiegroep Bezorgde Bonairianen heeft betrekking op de voorgestelde Grondwetswijziging en het verloop van het staatkundig proces en de wijze waarop daarbinnen twee referenda hebben plaatsgevonden. Ook eerdere petities benadrukten het zelfbeschikkingsrecht van de inwoners van Bonaire. De actiegroep heeft daarnaast via enkele protestacties aandacht gevraagd voor sociaal-economische problematiek en respect voor de eigen cultuur en identiteit.
Die heeft u ontvangen bij brief van de staatssecretaris van Financiën d.d. 11 juni 2012.
Hiervoor verwijs ik u naar het kabinetsstandpunt over het koopkrachtonderzoek (Kamerstuk 33000-H nr. 7).
De Kamer heeft in haar verslag over de voorgestelde Grondwetswijziging verschillende vragen gesteld. De Nota naar aanleiding van Verslag is in voorbereiding. De eilandbesturen van Caribisch Nederland hadden reeds in 2010 de kans gekregen hun mening over het wetsvoorstel te geven. Desalniettemin hebben zij in dit stadium nogmaals mogen reageren. Binnenkort – voor het reces – zal ik u hun brieven hierover aanbieden.
Vrijwel alle ministeries zijn in Caribisch Nederland vertegenwoordigd in de vorm van vooruitgeschoven beleidsmedewerkers en/of uitvoerende diensten. Van hen ontvangen de eilandbesturen alle informatie die zij nodig hebben. De eilandbesturen van Caribisch Nederland evenals eilandraadsleden zijn ook met enige regelmaat in Den Haag om te praten met verschillende organisaties (waaronder ministeries) en uw Kamer. Tweemaal per jaar organiseert mijn ministerie bovendien de Caribisch Nederland-week waarbij de eilandbesturen alle ministeries bezoeken en met mij bestuurlijk overleg voeren over de financiële verhoudingen. Daarnaast bezoek ik zelf regelmatig Bonaire, Sint Eustatius en Saba en heb ik contact per videoconferentie met de besturen. De ministeries in Den Haag voeren daarnaast met grote regelmaat overleg met de eilandbesturen via een videoverbinding. Ik ben dan ook niet van mening dat de eilandbesturen niet in staat zouden zijn over voldoende informatie te beschikken.
Een liaison van de eilandbesturen in Den Haag biedt in mijn ogen geen meerwaarde. Naast alle bovengenoemde contacten zijn de eilanden lid van de VNG én maken zij gebruik van de Rijksvertegenwoordiger. Laatstgenoemde is bij uitstek de bestuurlijke schakel die eilandelijke- en rijksoverheid met elkaar kan verbinden.