Ingediend | 4 juni 2012 |
---|---|
Beantwoord | 28 juni 2012 (na 24 dagen) |
Indieners | Renske Leijten , Henk van Gerven |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z11057.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-2903.html |
Ik begrijp dat belanghebbenden zich zorgen maken over de toekomst van het ziekenhuis. Het Ruwaard van Putten ziekenhuis is een noodzakelijke locatie voor de bereikbaarheid van de spoedeisende hulp binnen de normtijd van 45 minuten. Het ziekenhuis zal daarom, indien nodig, in overleg met de zorgverzekeraar, noodzakelijke maatregelen moeten nemen om de spoedeisende zorg binnen de normtijd in de regio beschikbaar te houden. In het kader van haar zorgplicht zal de zorgverzekeraar de continuïteit van zorg moeten waarborgen opdat de inwoners van Spijkenisse en omstreken kunnen blijven rekenen op spoedeisende hulp binnen 45 minuten.
Uit de jaarverslagen over 2011 komt het beeld naar voren dat ziekenhuizen in het algemeen, ondanks de kortingen, in staat zijn geweest hun vermogen te laten toenemen (zie Benchmarkonderzoek ziekenhuizen 2011, Deloitte, 5 juni 2012). Er is dus geen reden ervan uit te gaan dat de kortingen de hoofdoorzaak zijn van de financiële problemen in dit ziekenhuis. Ik merk daarbij op dat in 2011 voor dat deel van de ziekenhuiszorg dat in het vrije segment viel, geen sprake was van door de overheid gereguleerde budgetten. De kortingssystematiek was zodanig dat de korting evenredig over alle instellingen is verdeeld. Het Ruwaard van Putten ziekenhuis is net als de andere instellingen voor deze korting aangeslagen. In het krantenartikel dat aanleiding vormde voor deze vragen, worden bovendien de hoge personeelskosten als belangrijkste oorzaak aangewezen.
Het is mij niet bekend bij welke verzekeraars het RPZ schulden heeft. Zoals ik in de brief «Waarborgen voor continuïteit van zorg»2 heb toegelicht is het aan zorgverzekeraars en zorgaanbieders zelf om afspraken te maken over hoe zij ervoor zorgen dat de continuïteit van zorg is gewaarborgd. Zorgverzekeraars hebben richting hun verzekerden op basis van de Zorgverzekeringswet een zorgplicht. In het kader van haar zorgplicht zal de zorgverzekeraar de continuïteit van zorg moeten waarborgen zodat de inwoners van Spijkenisse en omstreken kunnen blijven rekenen op spoedeisende hulp binnen 45 minuten. De verzekeraar heeft daarmee niet de plicht om het ziekenhuis in stand te houden.
Het is mij niet bekend of zorgverzekeraars in de Raad van Bestuur of de Raad van Toezicht proberen te komen zoals u suggereert. Er zijn geen wettelijke regels die verbieden dat een verzekeraar in de Raad van Bestuur of Raad van toezicht van een zorginstelling zitting neemt. Wel moeten leden van het toezichthoudend orgaan op basis van de Wet toelating zorginstellingen onafhankelijk zijn. Een vertegenwoordiger van een zorgverzekeraar die plaats zou willen nemen in een Raad van Toezicht zal deze onafhankelijkheid dus moeten aantonen.
Van verticale integratie is sprake indien een zorgverzekeraar juridische of feitelijke zeggenschap verkrijgt over een zorgaanbieder. Onder zeggenschap wordt verstaan de mogelijkheid om op grond van feitelijke of juridische omstandigheden een beslissende invloed uit te oefenen op de activiteiten van een zorgaanbieder. Hieronder vallen dus alle situaties waarbij een zorgverzekeraar direct of indirect controle krijgt over een zorgaanbieder, ook door bestuurlijke invloed. Of er in het geval van het Ruwaard van Putten ziekenhuis sprake zou zijn van het kunnen uitoefenen van beslissende invloed kan ik op basis van de mij bekende feiten niet beoordelen.
Een wetsvoorstel dat ertoe strekt verticale integratie tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders te verbieden heb ik ter advies aan de Raad van State voorgelegd.
Wanneer een zorgaanbieder voor financiering vanwege welke reden dan ook contact opneemt met een bank is het aan deze partijen om tot een overeenkomst te komen. Het is niet aan mij om een oordeel te geven over een door de bank verstrekte lening of over financiële samenwerking tussen banken en verzekeraars. Wel ligt in uw Kamer een wetsvoorstel dat ook aan andere partijen ruimte geeft om in ziekenhuizen te investeren en zo de afhankelijkheid van banken vermindert (wetsvoorstel voorwaarden aan winstuitkering voor aanbieders van medisch specialistische zorg).
De verantwoordelijkheid voor continuïteit van zorg ligt bij de verzekeraars en zorgaanbieders zelf (zie ook de eerder genoemde brief «Waarborgen voor continuïteit van zorg»). Derhalve zal ik geen steun verlenen aan een zorgaanbieder die in financiële problemen verkeert en dreigt failliet te gaan. Wel waarborg ik het doorleveren van cruciale zorg als een verzekeraar ondanks inspanningen daartoe niet in staat is om vervangend aanbod te creëren.
Ja.