Ingediend | 29 mei 2012 |
---|---|
Beantwoord | 11 juli 2012 (na 43 dagen) |
Indiener | Magda Berndsen (D66) |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | netwerken openbare orde en veiligheid organisatie en beleid ruimte en infrastructuur |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z10648.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-3027.html |
Ja.
Het korps Kennemerland en het Openbaar Ministerie hebben mij het volgende meegedeeld. In de pilot wordt een methode uitgeprobeerd waarin met flexibele inzet van interne en externe deskundigen en in samenwerking met het Openbaar Ministerie strafbare feiten op internet worden aangepakt. De werkzaamheden van de externe deskundigen, onder wie studenten, beperken zich tot het themagericht signaleren binnen open bronnen op internet. Dit houdt in dat zij actief zijn in de fase voorafgaand aan (eventuele) opsporing, zonder dat er gebruik hoeft te worden gemaakt van opsporingsbevoegdheden. De externe deskundigen zijn aangetrokken omdat zij goed thuis zijn op internet en snel beschikbaar zijn.
Voor de inzet van zowel de interne als externe deskundigen in de pilot worden passende voorzorgs- en veiligheidsmaatregelen in acht genomen die behoren tot de normale werkwijzen binnen de politie. De externe deskundigen werken op anonieme computers van de politie, en maken daarbij geen gebruik van hun eigen naam of een andere naam.
De pilot liep tot en met 30 juni 2012 en is gericht op het aanpakken van de handel in illegale drugs en valse medicijnen op internet en het aanpakken van online loverboys. De resultaten van de pilot worden opgeleverd aan het Programma Aanpak Cybercrime van de Raad van Korpschefs. Deze Raad zal afhankelijk van de resultaten besluiten of, en zo ja op welke manier, hieraan een vervolg wordt gegeven. Indien de pilot zou leiden tot een landelijke uitrol die veel impact heeft op het politiewerk, zal daaraan aandacht worden besteed in de jaarstukken van de politie. Deze jaarstukken worden aan uw Kamer voorgelegd.
De externe deskundigen, waaronder de studenten, gebruiken alleen open bronnen. Als wordt overgegaan tot een opsporingsonderzoek, worden door opsporingsambtenaren de wettelijke bevoegdheden en bestaande werkwijze van de politie gehanteerd, waarmee de privacy van burgers op internet is gewaarborgd.
Er is geen sprake van uitlokking. De suggestie dat in deze pilot studenten als lokaas zouden worden ingezet, is onjuist.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 2.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Berndsen (D66) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de inzet van studenten bij internetpatrouilles (ingezonden 29 mei 2012) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.