Kamervraag 2012Z10648

De inzet van studenten bij internetpatrouilles

Ingediend 29 mei 2012
Beantwoord 11 juli 2012 (na 43 dagen)
Indiener Magda Berndsen (D66)
Beantwoord door Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen netwerken openbare orde en veiligheid organisatie en beleid ruimte en infrastructuur
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z10648.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-3027.html
  • Vraag 1
    Hebt u kennisgenomen van het bericht op nu.nl over het gebruik van studenten bij de opsporing van cybercriminaliteit?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Op basis van welke rechtsgrond vindt deze proef plaats? Welke rechtsgrond ligt ten grondslag aan de gebruikte opsporingsbevoegdheid?

    Het korps Kennemerland en het Openbaar Ministerie hebben mij het volgende meegedeeld. In de pilot wordt een methode uitgeprobeerd waarin met flexibele inzet van interne en externe deskundigen en in samenwerking met het Openbaar Ministerie strafbare feiten op internet worden aangepakt. De werkzaamheden van de externe deskundigen, onder wie studenten, beperken zich tot het themagericht signaleren binnen open bronnen op internet. Dit houdt in dat zij actief zijn in de fase voorafgaand aan (eventuele) opsporing, zonder dat er gebruik hoeft te worden gemaakt van opsporingsbevoegdheden. De externe deskundigen zijn aangetrokken omdat zij goed thuis zijn op internet en snel beschikbaar zijn.
    Voor de inzet van zowel de interne als externe deskundigen in de pilot worden passende voorzorgs- en veiligheidsmaatregelen in acht genomen die behoren tot de normale werkwijzen binnen de politie. De externe deskundigen werken op anonieme computers van de politie, en maken daarbij geen gebruik van hun eigen naam of een andere naam.

  • Vraag 3
    Op welke misdrijven en/of overtredingen is de proef precies gericht? Voor welke misdrijven en/of overtredingen kan deze opsporingstechniek nog meer worden toegepast of wordt die al toegepast?

    De pilot liep tot en met 30 juni 2012 en is gericht op het aanpakken van de handel in illegale drugs en valse medicijnen op internet en het aanpakken van online loverboys. De resultaten van de pilot worden opgeleverd aan het Programma Aanpak Cybercrime van de Raad van Korpschefs. Deze Raad zal afhankelijk van de resultaten besluiten of, en zo ja op welke manier, hieraan een vervolg wordt gegeven. Indien de pilot zou leiden tot een landelijke uitrol die veel impact heeft op het politiewerk, zal daaraan aandacht worden besteed in de jaarstukken van de politie. Deze jaarstukken worden aan uw Kamer voorgelegd.

  • Vraag 4
    Hoe is de privacy van de internetgebruikers geborgd?

    De externe deskundigen, waaronder de studenten, gebruiken alleen open bronnen. Als wordt overgegaan tot een opsporingsonderzoek, worden door opsporingsambtenaren de wettelijke bevoegdheden en bestaande werkwijze van de politie gehanteerd, waarmee de privacy van burgers op internet is gewaarborgd.

  • Vraag 5
    Wat zijn risico’s voor uitlokking?

    Er is geen sprake van uitlokking. De suggestie dat in deze pilot studenten als lokaas zouden worden ingezet, is onjuist.

  • Vraag 6
    Tot wanneer duurt de proef? Welke resultaten worden beoogd? Wordt de Kamer hierover geïnformeerd?

    Zie antwoord vraag 3.

  • Vraag 7
    Waarom is er gekozen om studenten in te zetten voor online opsporingsactiviteiten? Werken de studenten onder hun eigen naam? Hoe wordt de veiligheid van de studenten gegarandeerd?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Mededeling - 20 juni 2012

    Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Berndsen (D66) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de inzet van studenten bij internetpatrouilles (ingezonden 29 mei 2012) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2012Z10648
Volledige titel: De inzet van studenten bij internetpatrouilles
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20112012-3027
Volledige titel: Antwoord vragen Berndsen over de inzet van studenten bij internet patrouilles