Ingediend | 26 april 2012 |
---|---|
Beantwoord | 23 mei 2012 (na 27 dagen) |
Indiener | Harry van Bommel |
Beantwoord door | Uri Rosenthal (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z08962.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-2587.html |
Ja. Naar aanleiding van dit besluit heb ik op 25 april 2012 de volgende verklaring uitgegeven:
Minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) is bezorgd over het Israëlische besluit drie tot dusverre illegale nederzettingen te legaliseren. «Het besluit van het Israëlische kabinet is contraproductief voor het vredesproces in het Midden-Oosten», aldus Rosenthal. «Israël heeft verplichtingen het vredesproces na te leven. Verdere uitbreiding of legaliseren van nederzettingen, in aantal of oppervlak, past daar niet in.»
Nederland roept zowel Israël als de Palestijnse Autoriteit op geen eenzijdige stappen te nemen die uitzicht op rechtstreekse onderhandelingen bemoeilijken. Hier spreekt Nederland beide partijen op aan.
Nederzettingen zijn illegaal onder internationaal recht en een obstakel voor vrede. Dat geldt ook voor deze drie locaties, ongeacht hun status onder Israëlisch recht.
De feitelijke en juridische status van Bruchin, Rechenim en Sansana maakt voor de beoordeling van het kabinet zoals neergelegd in het antwoord op vraag 2 geen verschil.
Onderhavige stap reken ik tot unilaterale stappen, die niet bevorderlijk zijn voor het vredesproces.
Mij zijn geen plannen van de Israëlische regering in die richting bekend.
Israël is goed bekend met het standpunt van de EU en van Nederland over het nederzettingenbeleid. Europese autoriteiten – onder wie ook Nederlandse -dragen dit standpunt uit.
Zie antwoord op vraag 1. De Hoge Vertegenwoordiger van de EU heeft dat op 25 april gedaan.