Ingediend | 17 april 2012 |
---|---|
Beantwoord | 23 mei 2012 (na 36 dagen) |
Indiener | Harry van Bommel |
Beantwoord door | Uri Rosenthal (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z08145.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-2580.html |
Ja.
Elk land heeft het recht personen de toegang tot zijn grondgebied te ontzeggen.
Ik beschik niet over de lijst waar u naar verwijst.
De opvatting van minister Aharonovitch is voor zijn rekening.
Zie het antwoord op vraag 4.
Het is mij onbekend welke werkwijze de Israëlische overheid hierbij hanteert.
De Nederlandse overheid speelt hier geen rol in.
Eventuele criteria zijn niet openbaar.
Zoals alle luchtvaartmaatschappijen die van en naar Nederland vliegen, heeft ook El Al een aanspreekpunt op Schiphol voor de luchthaven en de Nederlandse autoriteiten. In verband met de verhoogde dreiging gericht tegen Israëlische vluchten, zijn er medewerkers van El Al aangewezen om aanvullende beveiligingstaken uit te voeren, bovenop het reguliere beveiligingsproces. Zij zijn daartoe bevoegd op grond van een vergunning die is verleend op basis van de «Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus» (WPBR).
Dit is mij niet bekend.
Door de Nederlandse overheid wordt niet bijgehouden of en zo ja op welke gronden passagiers op basis van buitenlandse wet- en regelgeving de toegang tot vliegtuigen en, daarmee de respectieve landen, wordt geweigerd.
Zie het antwoord op vraag 10.