Ingediend | 6 april 2012 |
---|---|
Beantwoord | 16 mei 2012 (na 40 dagen) |
Indiener | Richard de Mos (PVV) |
Beantwoord door | Henk Bleker (staatssecretaris economische zaken) (CDA) |
Onderwerpen | landbouw organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z07289.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-2535.html |
Ja. Dit betekent echter niet dat de regelgevingen hetzelfde zullen worden. Het equivalentieakkoord betekent dat men elkaars regels en controlesystemen erkent. Oftewel, producten geproduceerd in de VS volgens de National Organic Program (NOP) richtlijnen hoeven bij import in de EU niet opnieuw te worden gekeurd volgens EU-regelgeving om het Europese biologische keurmerklabel te krijgen. Producten geproduceerd volgens de Europese verordeningen voor biologische productie hoeven bij import in de VS niet opnieuw gekeurd te worden volgens NOP- richtlijnen.
De Europese regelgeving blijft verplicht voor productie en afzet in Europa en de NOP-richtlijnen blijven verplicht voor productie en afzet in de VS.
Het doel van het akkoord is de handel in biologische producten tussen de VS en de EU te vergemakkelijken.
Omdat het equivalentieakkoord niet betekent dat beide regelgevingen hetzelfde zijn of worden, blijven er verschillen tussen beide regelgevingen bestaan.
Voor een aantal van deze verschillen is in het equivalentieakkoord expliciete uitzonderingen opgenomen, zoals bijvoorbeeld voor producten van dierlijke afkomst van dieren die met antibiotica behandeld zijn en voor appel- en perenbomen die met antibiotica behandeld zijn.
De overige verschillen en een aantal praktische zaken worden geïnventariseerd en uitgewerkt door een werkgroep van de Europese Commissie (EC) en de Amerikaanse overheid.
Ik heb het voornemen een aantal teeltwijzen te laten onderzoeken. Hieronder valt ook de teelt op substraat die volgens NOP-richtlijnen als biologisch geldt, maar in Europa niet. Ook niet na de inwerkingtreding van het equivalentie-akkoord tussen EU en VS na 1 juli 2012. De uitkomsten van dit onderzoek verwacht ik in het najaar. Hiervoor verwijs ik naar de brief aan de Tweede Kamer van 27 oktober 2011 (TK 32627- nr. 3) en het AO Glastuinbouw op 1 en 15 februari 2012.
Er wordt in Nederland op beperkte schaal volgens NOP-regels geteeld. Volgens de Europese verordeningen geldt deze teeltwijze niet als biologisch en dit zal ook na de inwerkingtreding van het equivalentieakkoord zo blijven. Echter, los van het equivalentieakkoord zal het onderwerp biologische glastuinbouw waarschijnlijk in het voorjaar van 2013 op de agenda komen van het permanente comité voor biologische landbouw van de Europese Commissie, dat over de regels voor biologische landbouw besluit. Daarnaast heeft de EC besloten om de doeltreffendheid en relevante EU-wetgeving voor de biologische landbouw te laten evalueren. Dit zal met name in 2013 plaatsvinden.
Garanties kan ik niet geven, maar zolang de regel niet worden gewijzigd kan op deze wijze worden geteeld ten behoeve van de Noord-Amerikaanse markt.
De op 6 april 2012 gestelde vragen van het lid De Mos (PVV) over Nederlandse telers die de USDA Organic teeltmethode toepassen kunnen helaas niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De vragen behoeven onder andere overleg met de Europese Commissie. Met deze brief verzoek ik u om uitstel voor de beantwoording van deze vragen. U zult de antwoorden zo spoedig mogelijk ontvangen.