Ingediend | 28 maart 2012 |
---|---|
Beantwoord | 9 mei 2012 (na 42 dagen) |
Indiener | Ronald van Raak |
Beantwoord door | Liesbeth Spies (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA), Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z06370.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-2451.html |
Uit het ambtsbericht van de burgemeester van Den Haag, tevens korpsbeheerder van het korps Haaglanden blijkt dat de politiewoordvoerder – in reactie op vragen uit de media en berichten op social media – de aanhouding van mevrouw Gesthuizen heeft bevestigd, kort nadat deze had plaatsgevonden. De woordvoerder heeft aangegeven dat de grond daarvan was gelegen in het niet nakomen van de rond de demonstratie gemaakte afspraak dat er niet zou worden gelopen en dat er niet werd voldaan aan het bevel of vordering van politie. Daarnaast heeft de woordvoerder er tevens op gewezen dat het meevoeren van een lijkkist ten tijde van de herdenkingsdienst in Lommel mogelijk als ongepast c.q. aanstootgevend zou kunnen worden ervaren.
Mevrouw Gesthuizen en de heer M. zijn beiden op grond van artikel 6 en 11.1 van de Wet Openbare Manifestaties (WOM), juncto artikel 184 Sr. aangehouden en overgebracht naar het politiebureau. Van een verbod tot het meevoeren van een lijkkist is nadrukkelijk geen sprake geweest. Bij de aanhouding van de demonstranten heeft dit dan ook geen rol gespeeld.
De burgemeester van Den Haag meldt in zijn ambtsbericht dat tijdens de arrestatie, detentie of verhoor niet met de arrestanten is gesproken over het meedragen van de lijkkist.
Uit het ambtsbericht van de burgemeester van Den Haag blijkt tevens dat op woensdagochtend 21 maart 2012 de organisator van de demonstratie is verschenen op het hoofdbureau van politie Haaglanden om nadere afspraken te maken over de demonstratie. Hem is daarbij aangegeven dat een demonstratieve optocht niet werd toegestaan, maar dat een statische demonstratie tussen 14:00 en 15:00 uur zou worden gefaciliteerd. In dit gesprek is aan de organisator ter overweging meegegeven dat op 21 maart tevens de herdenkingsdienst in Lommel zou plaatsvinden van de slachtoffers van het busongeluk in Zwitserland en dat op grond daarvan het meevoeren van een doodskist mogelijk als ongepast c.q. aanstootgevend zou kunnen worden ervaren. De operationeel commandant heeft voorafgaand aan de demonstratie de organisator nogmaals gewezen op de samenloop met de herdenking in Lommel en hem in overweging gegeven daarom enige terughoudendheid te betrachten ten aanzien van het gebruik van de lijkkist. De organisator heeft aangegeven hier begrip voor te hebben.
Zie de antwoorden op vragen 1, 2 en 3.
De politie heeft voorafgaand aan de demonstratie aan de organisator aangegeven dat het meevoeren van een lijkkist ten tijde van de herdenkingsdienst in Lommel mogelijk als ongepast c.q. aanstootgevend zou kunnen worden ervaren. De organisator heeft daar begrip voor getoond (zie ook het antwoord op vraag2.
Deze overweging is niet vreemd gezien het feit dat de herdenking en de demonstratie waarbij een doodskist wordt meegedragen op dezelfde dag plaatsvond. De woordvoerder heeft naar deze overweging verwezen.
Nee. Je verwijst aan het antwoord op de voorgaande vragen.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Raak (SP) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over uitlatingen van een politiewoordvoerder in Den Haag (ingezonden 28 maart 2012) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.