Ingediend | 23 maart 2012 |
---|---|
Beantwoord | 8 mei 2012 (na 46 dagen) |
Indiener | Arjan El Fassed (GL) |
Beantwoord door | Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | economie ict recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z05994.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-2420.html |
Publicatie van deze aantallen zou inzicht geven in de mate waarin communicatie via sociale media door de opsporingsautoriteiten gevolgd wordt. Het is niet in het belang van de opsporing om dit inzicht te verschaffen, ondermeer omdat het risico bestaat dat personen hun gedrag op deze informatie gaan afstemmen. Deze bezwaren gelden ook voor het geval Google er zelf voor zou kiezen om deze gegevens bekend te maken, maar in mindere mate.
De genoemde sociale media worden gerekend tot de internetdiensten. In het kader van vorderingen gegevensverstrekking bij social media-aanbieders registreert de Unit Landelijke Interceptie (ULI) van het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD), evenals bij andere vorderingen tot gegevensverstrekking, de volgende gegevens: wanneer een aanvraag is verstuurd, aan welke aanbieder de aanvraag is verstuurd, en wanneer er antwoord is gegeven. Sinds de tweede helft van 2010 lopen alle vorderingen van de politie en de bijzondere opsporingsdiensten voor interceptie en de daaraan gerelateerde gegevensverstrekking via het KLPD/ULI.
Om de in antwoord op vraag 1 vermelde redenen kan ik deze gegevens niet verstrekken.
Sinds de brief van het College zijn de hoofden van de parketten nogmaals gewezen op het belang van naleving van de notificatieplicht. Daarnaast is ten behoeve van de parketten een werkinstructie en procesbeschrijving opgesteld waarin onder andere een beslisboom en standaardbrieven zijn opgenomen.
Naleving van de notificatieplicht in concrete gevallen wordt niet bijgehouden in een gecentraliseerd, geautomatiseerd systeem. Om deze reden kunnen de gevraagde cijfers niet worden geleverd.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid El Fassed (GroenLinks) van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over online privacy (ingezonden 23 maart 2012) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.