Ingediend | 19 maart 2012 |
---|---|
Beantwoord | 23 april 2012 (na 35 dagen) |
Indieners | Khadija Arib (PvdA), Frans Timmermans (PvdA) |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD), Uri Rosenthal (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
Onderwerpen | recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z05522.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-2294.html |
Ja.
Ik ken de inhoud van artikel 475 van het Marokkaanse Wetboek van Strafrecht. Het eerste lid bepaalt dat «ontvoering of verleiding van een minderjarige, zonder geweld of bedreiging» strafbaar is. In het tweede lid van dit artikel is bepaald dat in het geval er sprake is van een huwelijk tussen dader en een huwbaar minderjarig slachtoffer, de dader niet strafrechtelijk zal worden vervolgd.
In de praktijk is toepassing van het artikel ook mogelijk bij verkrachting. In de traditionelere delen van de Marokkaanse samenleving geldt dat bij verlies van de maagdelijkheid van de vrouw, ook bij verkrachting, soms uit schaamte voor een huwelijk wordt gekozen om de familie-eer te redden. Het is niet bekend hoe vaak dergelijke zaken voorkomen.
Ik ben het met u eens dat door toepassing van artikel 475, tweede lid, bij verkrachtingszaken de rechten van vrouwen, zoals in internationale verdragen neergelegd (waaronder het Internationaal Verdrag inzake Burgerlijke en Politieke Rechten en het VN-Vrouwenverdrag), kunnen worden geschonden.
De zelfmoord van Amina Filali heeft in de Marokkaanse media en politiek veel stof doen opwaaien en onder meer tot felle protesten van vrouwen- en mensenrechtenorganisaties geleid. Ook de officiële Marokkaanse Nationale Raad voor de Mensenrechten heeft er zijn ontsteltenis over uitgesproken en de autoriteiten opgeroepen het herzieningsproces van het Wetboek van Strafrecht te bespoedigen. Hierop heeft de Marokkaanse regering aangegeven deze kwestie te zullen aanpakken.
Omdat de Marokkaanse regering heeft aangegeven deze kwestie zelf te zullen aanpakken, is het nu vooral aan de Marokkaanse regering en de Marokkaanse samenleving om de juridische context te bestuderen en de wetgeving te herzien. In de mensenrechtendialoog die door de EU met Marokko wordt gevoerd in het kader van het Europese Nabuurschapsbeleid, zal de voortgang daarvan worden besproken.
Zie antwoord vraag 3.
Het is nu in de eerste plaats aan de Marokkaanse regering en de Marokkaanse samenleving zelf om de juridische context te bestuderen en de wetgeving te herzien.
De Marokkaanse regering heeft bij monde van de minister van Vrouwen en Gezinszaken aangegeven een nationaal debat over deze wetgeving te zullen aangaan. Het is nog niet bekend wanneer dit zal plaatsvinden.