Ingediend | 2 maart 2012 |
---|---|
Beantwoord | 22 maart 2012 (na 20 dagen) |
Indiener | Gerard Schouw (D66) |
Beantwoord door | Leers |
Onderwerpen | recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z04002.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-1934.html |
Ik heb kennis genomen van dit rapport van de mensenrechtencommissaris Hammarberg van de Raad van Europa dat op 27 februari jl. is gepresenteerd. Daarin wordt onder meer gemeld dat de Romapopulatie in Nederland problemen kent op het gebied van integratie, en bovendien wordt er aandacht gevraagd voor mensenhandel, waarvan ook kinderen onder de Romapopulatie het slachtoffer zijn. Zoals verder uiteengezet in antwoord op 5 heeft het kabinet in de Nederlandse inbreng over de sociale inclusie van Roma ook aandacht gevraagd voor normoverschrijdend gedrag door Roma en in het bijzonder voor uitbuiting van kinderen onder Roma.
Het kabinet deelt niet de conclusie van de mensenrechtencommissaris dat ook in Nederland de mensenrechten van Roma niet worden gewaarborgd.
In het rapport van de mensenrechtencommissaris wordt naar voren gebracht dat Roma worden gediscrimineerd. Een van de cruciale mensenrechten is inderdaad dat burgers niet gediscrimineerd mogen worden (artikel 2 van de Universele verklaring voor de rechten van de mens). In Artikel 1 van de Grondwet wordt het verbod op discriminatie geformuleerd. Het kabinet wijst iedere vorm van discriminatie af, of het nu gaat om discriminatie wegens ras, godsdienst, levensovertuiging, geslacht, seksuele gerichtheid of op welke grond dan ook. In Nederland is wettelijk geregeld dat men in geval van discriminatie bijstand kan krijgen. Dankzij de Wet Antidiscriminatievoorzieningen (ADV) kan iedere burger in zijn of haar eigen leefomgeving terecht om op een laagdrempelige manier (vermeende) discriminatie te melden of om hulp en advies te ontvangen bij een antidiscriminatievoorziening. Voor een adequate bestrijding van discriminatie is het echter wel nodig dat burgers melding maken van (vermeende) discriminatie bij een antidiscriminatievoorziening of aangifte doen bij de politie. Ook hier is de eigen verantwoordelijkheid dus van belang.
Verder maakt het rapport Hammarberg melding van stateloosheid onder Roma in Nederland. Ieder burger heeft volgens artikel 15 van de Universele verklaring voor de rechten van de mens, recht op een nationaliteit. Het is de eigen verantwoordelijkheid van elke burger om op de hoogte te zijn van de naturalisatieregelgeving en hiernaar te handelen. Roma moeten er in dit kader op letten dat men in ieder geval ingeschreven staat bij de GBA om aan de naturalisatievoorwaarde van ten minste vijf jaar hoofdverblijf in Nederland te voldoen. Kinderen moeten worden aangegeven bij de geboorte en worden ingeschreven in de GBA. Dit is namelijk van belang bij het doen van een optieverzoek van in Nederland geboren staatloze kinderen.
De constatering luidt dat een aantal bijdragen van lidstaten veel afwijken van de criteria van de Commissie. Daarbij wordt erop gewezen dat de Nederlandse inbreng ten behoeve van de sociale inclusie van Roma slechts zes pagina’s lang is. Deze constatering wordt gedaan door het ERIO (European Roma Information Office). Ik denk dat de Commissie zelf het beste kan bepalen of de Nederlandse inbreng voldoet aan de criteria. Ik zie dan ook de reactie van de Commissie tegemoet.
Het klopt dat de Nederlandse inbreng ten behoeve van de sociale inclusie van Roma relatief kort is. Dit is inherent aan het feit dat Nederland geen doelgroepenbeleid voert. Uitgebreide actieplannen voor één specifieke bevolkingsgroep passen daar niet in. Bovendien constateert het kabinet dat de Roma in Nederland vooral op de aandachtsgebieden onderwijs en werk een achterstand hebben. Het kabinet vindt het van groot belang dat Roma onderwijs volgen en werken. De mogelijkheden daarvoor zijn er. Roma moeten deze mogelijkheden echter wel benutten.
Integratie komt tot stand als men zich daarvoor inzet en ertoe in staat wordt gesteld. Via regulier beleid op het gebied van arbeidsmarkt, onderwijs en wonen wordt elke burger in staat gesteld om naar vermogen een zelfstandig bestaan op te bouwen. Nederland heeft geen beleid specifiek gericht op groepen zoals Roma. Zoals in de Integratievisie «Integratie, binding en burgerschap» van 16 juni 2011 is aangegeven spant het kabinet zich ervoor in dat generieke instellingen toegankelijk en effectief zijn voor mensen met een bepaalde etnische en/of culturele achtergrond, waaronder Roma. Op lokaal niveau waar het zwaartepunt van het beleid is, wordt binnen de generieke aanpak bijzondere aandacht besteed aan Roma, zoals bijvoorbeeld bij het terugdringen van schoolverzuim. Om de ontwikkelingen te blijven volgen op het gebied van onderwijs, arbeidsmarkt, huisvesting, gezondheidszorg, criminaliteit, discriminatie en stateloosheid blijft de Rijksoverheid in gesprek met gemeenten.
Het verzoek van de Commissie betrof een nationale strategie op de thema’s onderwijs, werk, gezondheid en huisvesting. Het ligt voor de hand dat Lidstaten hun strategie toespitsen op deze thema’s. Zoals in de aanbiedingsbrief aan de Tweede Kamer van de «Nederlandse inbreng ten behoeve van de sociale inclusie van Roma» (Kamerstukken II, vergaderjaar 2011–2012, 21 501-20, nr. 599) vermeld is, heeft het kabinet er bewust voor gekozen om zich hier niet toe te beperken. Het kabinet heeft in zijn inbreng aandacht gevraagd voor normoverschrijdend gedrag door Roma en in het bijzonder voor uitbuiting van kinderen onder Roma. Het programma aanpak uitbuiting (Roma) kinderen, waarvan in de aanbiedingsbrief melding werd gemaakt, kent een internationale dimensie. Doelstelling in dit kader is om de samenwerking tussen en met de EU-lidstaten op het thema te bevorderen. De vermelding van criminaliteit, overlast en uitbuiting van Roma kinderen in de Nederlandse strategie heeft tot doel deze problematiek in de EU onder de aandacht te brengen.
Om de ontwikkelingen te blijven volgen op het gebied van onderwijs, arbeidsmarkt, huisvesting, gezondheidszorg, criminaliteit, discriminatie en stateloosheid blijft de Rijksoverheid in gesprek met Roma.
Nederland onderschrijft de «Common Basic Principles on Roma inclusion» en heeft ingestemd met Raadsconclusies over de integratie van de Roma, die onder meer het EU-raamwerk verwelkomen. Belangrijke notie in beide documenten is de betrokkenheid van het lokale en regionale bestuur. Dit is ook het niveau waarop in Nederland de meest directe bemoeienis met de Roma-gemeenschap plaatsvindt. Overleg met Roma op dit niveau is ook het meest effectief, aangezien de problemen die gemeenten en Roma ervaren per regio verschillen.