Ingediend | 1 maart 2012 |
---|---|
Beantwoord | 23 april 2012 (na 53 dagen) |
Indiener | Jeanine Hennis-Plasschaert (VVD) |
Beantwoord door | Maxime Verhagen (minister economische zaken, viceminister-president ) (CDA), Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD), Liesbeth Spies (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
Onderwerpen | recht strafrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z03816.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-2291.html |
De gegevens in het Handelsregister kunnen door een ieder worden ingezien, dus ook door de politie. Hierop zijn twee uitzonderingen: het zoeken op persoonsnaam en het inzien van afgeschermde woonadressen. Deze opties zijn voorbehouden aan de daartoe in de wet genoemde geautoriseerde partijen. Hieronder valt (onder meer) het Openbaar Ministerie, ten behoeve van de opsporing van strafbare feiten.
Per 1 januari 2012 is voor het gebruik van gegevens uit het Handelsregister voor het ministerie van Veiligheid en Justitie de zogeheten budgetfinanciering van kracht. Dit houdt in dat de afzonderlijke instanties, zoals politie en het OM, geen facturen meer krijgen. In plaats daarvan hevelt elk departement jaarlijks een budget over naar het ministerie waar het basisregister onder valt. De administratieve lasten die verbonden waren aan de facturering zijn daarmee weggenomen.
Voor wat betreft de kosten die zijn verbonden aan de toegang tot het Handelsregister ten behoeve van controle en opsporing, heeft de invoering van de budgetfinanciering gezorgd dat mogelijke knelpunten voor het gebruik van de basisregistraties zijn verholpen. Wel zal mijn ministerie nog navraag doen bij de relevante handhaving- en opsporingsdiensten of dit daadwerkelijk het geval is.
Zie antwoord vraag 2.
Het gebruik van basisregistraties is verplicht binnen de overheid. Het kabinet streeft ernaar dat de financiële drempels voor het gebruik van basisregistraties, niet alleen binnen de overheid maar ook daarbuiten, zo veel mogelijk verdwijnen en dat het gebruik ervan toeneemt. De Programmaraad Stelsel Basisregistraties heeft in dit kader een eindbeeld geformuleerd voor de financiering van het gebruik van basisregistraties, waarbij er per 1/1/2015 geen sprake meer is van financiële drempels bij gebruik door overheden en andere gebruikers. Hiermee zal ook de onderlinge facturering en verrekening verdwijnen wat zal bijdragen aan een efficiënte overheid. Dat betekent overigens niet dat het gebruik in de toekomst «gratis» kan zijn maar dat de kosten op andere wijze dan tarifering of beprijzen van gebruik worden gedekt.
Momenteel wordt er een impactanalyse voor dit eindbeeld uitgevoerd specifiek gericht op de kern van het stelsel van basisregistraties: BAG, GBA, Handelsregister, Kadaster, Topografie en de stelselvoorzieningen voor het genoemde eindbeeld. Op basis van de uitkomsten van deze impactanalyse kan eind 2012 nadere besluitvorming plaatsvinden over het door de Programmaraad voorgestelde eindbeeld.
Overigens is het niet zo dat overheidsinstellingen voorheen zonder betaling toegang hadden tot de gegevens in het Kadaster en het Handelsregister.
Zie antwoord vraag 4.
Hierbij bericht ik u, mede namens de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, dat de schriftelijke vragen van het lid Hennis-Plasschaert (VVD) over het gratis toegankelijk maken van informatie uit basisregistraties ten behoeve van opsporing (ingezonden 1 maart 20112) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.