Kamervraag 2012Z03360

Ophef, verontwaardiging en onzekerheid binnen het ministerie van Buitenlandse Zaken

Ingediend 23 februari 2012
Beantwoord 26 maart 2012 (na 32 dagen)
Indiener Alexander Pechtold (D66)
Beantwoord door Uri Rosenthal (minister buitenlandse zaken) (VVD)
Onderwerpen bestuur rijksoverheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z03360.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-1968.html
1. NRC Handelsblad, «Ambtenaren geïrriteerd door optreden Rosenthal» (21 februari 2012).
  • Vraag 1
    Wat is uw reactie op het bericht «Ambtenaren geïrriteerd door optreden Rosenthal», waaruit blijkt dat er «grote ophef, verontwaardiging en onzekerheid binnen (en buiten)» uw ministerie is onstaan vanwege uw optreden in de casus-Haspels, waarbij een ambassadeur is aangesproken op zijn persoonlijke Facebook-pagina?1

    Medewerkers van Buitenlandse Zaken maken volop gebruik van social media. Het gebruik en belang daarvan zullen alleen maar verder toenemen. Daarbij komen vanzelfsprekend vragen aan de orde over de verhouding tussen het functioneel en het persoonlijk gebruik van social media.
    Op 5 maart jl. werd een bijeenkomst voor alle medewerkers van Buitenlandse Zaken georganiseerd over het gebruik van social media.
    Daarbij is benadrukt dat de vrijheid van meningsuiting van de ambtenaar, zoals vastgelegd in artikel 125a van de Ambtenarenwet uitgangspunt is. De ambtenaar dient zich echter te onthouden van het openbaren van gedachten of gevoelens of van de uitoefening van het recht tot vereniging, tot vergadering en tot betoging, indien door de uitoefening van deze rechten de goede vervulling van zijn functie of de goede functionering van de openbare dienst, voor zover deze in verband staat met zijn functievervulling, niet in redelijkheid zou zijn verzekerd. Het is de eigen verantwoordelijkheid van de ambtenaar om hiervoor te zorgen. Als richtlijn en afwegingskader gelden de vastgestelde uitgangspunten voor «online» communicatie rijksambtenaren, met daarin opgenomen als criteria:

  • Vraag 2
    Wat is uw reactie op de zorgen van de Ondernemingsraad dat u zich «wederom publiekelijk negatief» over uw ambtenaren heeft uitgelaten? Wat zijn, in procedurele zin, de stappen die u zult zetten om deze onenigheid uit de wereld te helpen?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 3
    Deelt u de mening dat het expliciet spreken over «angstcultuur en bijbehorende zelfcensuur» door ambtenaren op uw ministerie getuigt van een onbehaaglijke werksfeer en dat hier zo snel mogelijk een oplossing voor gevonden dient te worden? Zo neen, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening dat de zeer kritische brief die de Ondernemingsraad naar de secrertaris-generaal heeft gestuurd een van de uitingen is van een onwenselijke verwijdering tussen u en uw ambtenaren, ook in het licht van eerdere onenigheden, bijvoorbeeld omtrent uw uitspraken over de diplomatie als rustiek tijdverdrijf en de door u in Buitenhof aangekondigde verscherping richting ambtenaren ten aanzien van hun uitingsvrijheid?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 5
    Bent u bereid de antwoorden van de secretaris-generaal op de brief van de Ondernemingsraad naar de Kamer te sturen – al dan niet gedeeltelijk vertrouwelijk –, zodat ook voor de Kamer inzichtelijk is tot op welk niveau het een ambtenaar van Buitenlandse Zaken is toegestaan zich persoonlijk te uiten buiten werktijd en hoe het ministerie omgaat met de ophef die is ontstaan? Zo neen, bent u dan bereid de vragen zelf afzonderlijk te beantwoorden, en in een brief naar de Kamer te sturen?

    De interne reactie is vormgegeven langs bovenstaande lijnen. Voor de richtlijnen geldt dat er in wezen geen onderscheid is voor wat betreft de vrijheid van meningsuiting van ambtenaren online en offline.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2012Z03360
Volledige titel: Ophef, verontwaardiging en onzekerheid binnen het ministerie van Buitenlandse Zaken
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20112012-1968
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Pechtold over ophef, verontwaardiging en onzekerheid binnen het ministerie van Buitenlandse Zaken n.a.v. de casus-Haspels en zijn persoonlijke facebook pagina