Ingediend | 20 februari 2012 |
---|---|
Beantwoord | 6 april 2012 (na 46 dagen) |
Indieners | Harry van Bommel , Henk van Gerven |
Beantwoord door | Uri Rosenthal (minister buitenlandse zaken) (VVD), Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z03195.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-2118.html |
Ja.
Ik kan niet beoordelen in hoeverre de conclusie van het rapport correct is. Dit oordeel is in eerste instantie aan de Israëlische autoriteiten.
Het kabinet beschikt niet over de informatie die het mogelijk maakt een oordeel te vellen over de inhoud van het rapport. Het is in eerste instantie aan de Israëlische autoriteiten om een reactie op de inhoud van het rapport te geven. Het Israëlische ministerie van Gezondheid heeft een onderzoekscommissie ingesteld naar aanleiding van het rapport.
Nederland onderschrijft het niet-juridisch bindende Istanbul-protocol, dat door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties aan de lidstaten is aanbevolen. Tevens erkent Nederland het belang van de Tokyo Verklaring, die is opgesteld door de World Medical Association, waarbij de KNMG is aangesloten. Het oordeel of het beschrevene in strijd is met de medische beroepseed, met dwingende voorschriften en met het verbod op martelen, zoals dat ook in de Israëlische wetgeving is vastgelegd, is in eerste instantie aan de Israëlische rechter en het medische tuchtcollege in Israël.
Op navraag bij de Israëlische autoriteiten door de Nederlandse ambassade werd geen reactie ontvangen.
Zie antwoord vraag 5.
Israël is als ondertekenaar van het VN-verdrag tegen Foltering en andere Wrede, Onmenselijke of Onterende Behandeling of Bestraffing (1984) gehouden de verplichtingen uit dit verdrag na te komen en hierover regelmatig rapport uit te brengen aan het VN-Comité tegen Foltering. Nederland meent dat de discussie met Israël waartoe dit rapport aanleiding kan geven, in eerste instantie via dit Comité moet plaatsvinden.