Ingediend | 8 februari 2012 |
---|---|
Beantwoord | 5 maart 2012 (na 26 dagen) |
Indiener | Tanja Jadnanansing (PvdA) |
Beantwoord door | Halbe Zijlstra (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD) |
Onderwerpen | hoger onderwijs onderwijs en wetenschap |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z02252.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-1724.html |
Ja.
In 2007–2008 waren er 16 000 Nederlandse studenten voor een diploma ingeschreven bij een buitenlandse hogeronderwijsinstelling. Daarnaast waren er minstens 6 000 studiepuntmobiele studenten die deelnamen aan het Europese Erasmusprogramma (Mobiliteit in beeld 2011, pag. 18).
De motieven van Nederlandse studenten om in het buitenland te studeren zijn in volgorde van het belang dat studenten hieraan hechten: persoonlijke ontwikkeling, sociale integratie, taalverbetering en onderwijskwaliteit (Eurostudent 2008–2011).
De mening als zodanig deel ik uiteraard, maar van een situatie zoals in de vraag wordt gesuggereerd is feitelijk geen enkele sprake. De huidige situatie is dat het aantal buitenlandse studenten dat in Nederland studeert veel groter is dan het aantal Nederlandse studenten dat in het buitenland studeert. Zoals aangegeven in mijn brief aan de Tweede Kamer over «internationale mobiliteit» (33 000 VIII, nr. 158) is mijn beleid erop gericht de uitgaande mobiliteit van Nederlandse studenten verder te vergroten. Zo ontstaat een betere balans tussen uitgaande en inkomende mobiliteit en kunnen meer Nederlandse studenten zich via een studieverblijf in het buitenland voorbereiden op de internationale arbeidsmarkt.
Hierover zijn geen representatieve cijfers bekend. De zogenaamde «stay rate» zal ook verschillen per land. Uit recent onderzoek van de Stichting Nederlandse Wereldwijde Studenten (NEWS) uit 2011 blijkt, dat verreweg de meeste Nederlandse studenten, die in het buitenland studeren, van plan zijn om – op middellange termijn – naar Nederland terug te keren.