Ingediend | 8 februari 2012 |
---|---|
Beantwoord | 7 maart 2012 (na 28 dagen) |
Indiener | Anja Hazekamp (PvdD) |
Beantwoord door | Henk Bleker (staatssecretaris economische zaken) (CDA) |
Onderwerpen | dieren landbouw |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z02250.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-1763.html |
Ja.
Nee, de meeste in het wild levende dieren hebben genoeg reserves opgebouwd om een vorst periode van enkele weken goed te doorstaan.
Zie tevens het antwoord op eerder gestelde Kamervragen van het lid Thieme hierover (Tweede Kamer, 2010–2011, Aanhangsel met nr. 3604, antwoord op vraag 2).
De verbodsbepalingen in artikel 53, eerste lid, van de Flora- en faunawet zijn van toepassing op jacht en niet op beheer en schadebestrijding. Voor beheer en schadebestrijding gelden de kaders van artikel 65 e.v. van de Flora- en faunawet. Voor zover deze activiteiten elkaar overlappen, gelden zowel de regimes voor jacht als voor beheer en schadebestrijding. Zie voorts de eerdere beantwoording op Kamervragen over jagen terwijl de bodem met sneeuw bedekt is van lid Thieme (Tweede Kamer, 2010–2011, Aanhangsel nr. 1273).
Nee, soorten die op de provinciale vrijstellingslijst staan, richten juist schade aan in delen van het land. Derhalve zijn de provincies beter in staat om te beoordelen of beheer en schadebestrijding al dan niet tijdelijk opgeschort moet worden.
In winterse omstandigheden kan beheer en schadebestrijding van bepaalde dieren nodig zijn. Met winterse omstandigheden vertrouw ik wel op de betamelijkheid van jagers, wildbeheereenheden en faunabeheereenheden, opdat de rust in het landelijk gebied voor de andere dieren zoveel mogelijk gehandhaafd blijft.
Zie tevens eerdere beantwoording op Kamervragen van het lid Thieme over dit onderwerp (Tweede Kamer, 2009–2010, aanhangsel, nr. 1208).
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 4.
Zie antwoord vraag 2.
Zoals u zelf heeft kunnen vaststellen, is het weer inmiddels omgeslagen. Overigens zou ik bij aanhoudende vorst geen tijdelijk algeheel afschotverbod hebben ingesteld. Voor de motivatie verwijs ik u naar mijn antwoord bij vraag 4 en 6.
Helaas heb ik de vragen niet eerder kunnen beantwoorden.