Ingediend | 25 januari 2012 |
---|---|
Beantwoord | 29 februari 2012 (na 35 dagen) |
Indieners | Magda Berndsen (D66), Attje Kuiken (PvdA) |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z01201.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-1687.html |
Het bericht in het RTL Nieuws trof mij onaangenaam, omdat ik meen dat wij goed moeten zorgen voor onze politiemensen. Daaraan geven we onder andere invulling met het programma «Versterking Professionele Weerbaarheid». Dat rust op drie pijlers:
Ik heb uw Kamer geïnformeerd over dit programma in mijn brieven van 27 juni, 15 september en 27 oktober 2011 (TK 29 628, nrs. 262, 268 en 276).
Zie antwoord vraag 1.
Korpsen spannen geen rechtszaken aan tegen personen om te voorkomen dat zij aanspraak doen op schaderegelingen. Zij leggen wel besluiten over het al dan niet beroepsgerelateerd zijn van PTSS ter toetsing voor aan de rechter. Bij de regionale politiekorpsen zijn op dit moment twaalf zaken onder de rechter over PTSS.
Het is belangrijk, dat politiemensen zich gesteund voelen door hun korps, zeker als zij PTSS oplopen. De meerderheid van de korpsen gaat hier op een goede manier mee om, maar ik zie verscheidenheid in de aanpak van de korpsen.
Ik wil dat Politie Nederland een eenduidige aanpak heeft voor dit soort kwesties.
De kern van dit beleid moet zijn, dat iedere agent die getroffen wordt door PTSS of daardoor dreigt te worden getroffen, allereerst zo snel en zo goed mogelijk wordt opgevangen en begeleid, ongeacht of de oorzaak van PTSS nu in de privesfeer of in de werksfeer is gelegen. Alle inspanningen moeten er eerst op gericht zijn om het genezingsproces juist zo vlot mogelijk te laten verlopen. Dit is beter voor de agent in kwestie en zorgt er ook voor dat hij sneller weer inzetbaar is voor de dienst. In de tweede plaats is het van belang dat in elk geval via identieke en objectieve medische criteria wordt vastgesteld of het al dan niet om werkgerelateerde PTSS gaat. Is dat het geval, dan geldt PTSS in dat geval ook als een juridisch erkende beroepsziekte.
Ik heb de korpsbeheerders daarom verzocht om zich te conformeren aan de registratierichtlijn van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB) betreffende PTSS, waarin expliciet staat, dat de politieambtenaar een risico op beroepsgebonden PTSS loopt. Ik heb de Korpsbeheerders verzocht lopende zaken en oude zaken, voor zover dat mogelijk is, volgens dit beleid te behandelen.
Deze richtlijn zal onverkort van toepassing zijn voor de nationale politie. Hiermee is een landelijk eenduidig beleid op dit gebied gegarandeerd.
In het Algemeen Overleg dat ik op 21 december 2011 voerde met uw Kamer over de weerbaarheid van de politie heb ik een nader verdiepend onderzoek naar PTSS als beroepsziekte aangekondigd. Dit onderzoek kan aanleiding geven om het beleid nader aan te scherpen.
Zie antwoord vraag 4.
Zie antwoord vraag 4.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Berndsen (D66) en Kuiken (PvdA) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat de politie getraumatiseerde agenten in de steek laat (ingezonden 25 januari 2012) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.