Ingediend | 25 januari 2012 |
---|---|
Beantwoord | 3 februari 2012 (na 9 dagen) |
Indiener | Kathleen Ferrier (CDA) |
Beantwoord door | Marja van Bijsterveldt (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CDA) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z01196.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-1399.html |
Ja.
Nee, ik heb geen signalen die dit beeld bevestigen.
Ja, vooropgesteld dat de reguliere school een passend onderwijsaanbod voor de leerling kan realiseren.
Jaarlijks zitten naar schatting 2 500 leerplichtige jongeren langer dan 4 weken thuis. Sinds het najaar van 2010 worden cijfers over thuiszitters meegenomen in de rapportages die gemeenten opstellen op het gebied van leerplicht. De nieuwste gegevens worden de Kamer toegezonden op de dag van de leerplicht, 15 maart 2012. Hiermee heeft het Rijk een indicatief landelijk beeld van het aantal thuiszitters.
Nee, zie antwoord op vraag 4.
Er zijn nu goede structuren voor een regionale aanpak van thuiszittende leerlingen. Ik zal ervoor zorgen dat binnen deze structuren de informatie over passend onderwijs beschikbaar komt zodat regionaal gewerkt kan worden aan het zo spoedig mogelijk terugbrengen van het aantal thuiszitters. Gedragswerk, een project dat erop gericht is om scholen te leren omgaan met individuele gedragsproblematiek, gaat samen met alle betrokken partijen in de RMC-regio’s aan de slag om thuiszitters weer terug te begeleiden naar het onderwijs.
Ja.