Ingediend | 20 januari 2012 |
---|---|
Beantwoord | 20 februari 2012 (na 31 dagen) |
Indieners | Carola Schouten (CU), Cynthia Ortega-Martijn (CU) |
Beantwoord door | Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD), Liesbeth Spies (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
Onderwerpen | bestuur de nederlandse antillen en aruba openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z00867.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-1603.html |
Ja.
Nee, deze analyse deel ik niet. Sinds 10 oktober 2010 is weliswaar een iets andere situatie ontstaan dan daarvoor, namelijk dat verdachten die langer dan 18 dagen gedetineerd zijn nu naar Bonaire worden overgebracht in plaats van naar St. Maarten, maar de rechten van de verdachte in het kader van detentie zijn onveranderd gebleven. De procedure dat gedetineerden die langer moeten vastzitten worden overgebracht naar Bonaire, is gecommuniceerd met de advocatuur. Het onderhouden van contact met de cliënt, mede inhoudende het op de hoogte zijn van waar een cliënt zich gedurende de bestaande procedure op een bepaald moment van de detentie bevindt, ligt in principe op de weg van de advocatuur. Het OM kan hierin bemiddelen.
Verzoeken/vorderingen betreffende de voorlopige hechtenis worden door de rechter-commissaris van St. Eustatius behandeld, ook als de preventief gedetineerden zich al op Bonaire bevinden. Als een zaak eenmaal op zitting wordt gebracht is duidelijk wie de behandelend rechter is. De zitting vindt dan op Bonaire plaats omdat de gedetineerde zich daar ook bevindt. De advocatuur op St. Maarten, die ook zaken voor Saba en St. Eustatius doet, beschikt niet zelf over videoconferentieapparatuur. Zij maken, indien dat geen inbreuk maakt op het zittingsrooster van het Gerecht in Eerste Aanleg te St. Maarten, gebruik van de videoapparatuur van dat Gerecht. Het is mij bekend dat zich een keer een technische storing heeft voorgedaan. Technische mankementen kunnen helaas niet altijd worden voorkomen. Het gaat om kwalitatief hoogwaardige apparatuur die op zich goed functioneert. Opgemerkt moet worden dat bij technische mankementen altijd kan worden teruggevallen op telefonisch contact. Dat geldt ook voor urgente situaties waarbij het verhelpen van de storing niet kan worden afgewacht.
Ik concludeer dat de afspraken, die in dit verband zijn gemaakt met de BES-eilanden, worden nagekomen.
Nee, deze analyse deel ik niet. De leefomstandigheden voor gedetineerden uit St. Eustatius en Saba zijn dezelfde als van de overige gedetineerden. Daarbij wil ik opmerken dat taal- en cultuurverschillen tussen gedetineerden niet groter zijn dan tussen gedetineerden in andere Justitiële Inrichtingen binnen het Koninkrijk. In juli 2011 is, in het kader van de voortgang van de aanbevelingen van het Committee for the Prevention of Torture (CPT), gerapporteerd over het voorzieningenniveau in de Justitiële Inrichting in Caribisch Nederland. Rapporteurs toonden zich tevreden over de huidige staat van de Justitiële Inrichting en de grote vooruitgang die is geboekt in de gebouwelijke voorziening en de beschikbaarheid van deskundig personeel. In dat opzicht voldoet de Justitiële Inrichting aan de nationale en internationale normen. Wel zijn er kritische kanttekeningen geplaatst bij de mogelijkheid tot familiebezoek voor gedetineerden afkomstig uit St. Eustatius en Saba vanwege de grote afstand tot Bonaire. Ik onderken dat dit feit zich voordoet. In mijn antwoord op vraag 6 ga ik daar nader op in.
Het beleid van de Voogdijraad en de andere partners in de strafrechtketen is erop gericht om minderjarigen – uiteraard ook first offender minderjarigen – zo min mogelijk in detentie of gesloten te plaatsen. Er wordt zoveel mogelijk geïnvesteerd in «de voorkant» van de strafrechtketen. Sinds augustus 2010 op Bonaire en sinds mei 2011 op Sint Eustatius en Saba, wordt met behulp van drie geïntroduceerde interventiemodellen (Halt-afdoening, Officiersmodel en Rechtersmodel) ingezet op een aanpak voor respectievelijk lichte, gemiddelde en ernstige delicten, zodanig dat daar voorbeeldwerking van uitgaat. Daarnaast is samenwerking gezocht met de civiele en preventieve jeugdketen, zodat een sluitende jeugdketen ontstaat. Het preventief werkende Centrum Jeugd en Gezin en de Jeugdzorg (de ambulante hulpverleners in vrijwillig kader) werken nauw samen met het Expertisecentrum Onderwijs Zorg Bonaire om vroegtijdig via de scholen hulp te bieden aan ouders en jongeren om te voorkomen dat ze «drop-outs» worden. Hierover zijn tussen partijen afspraken gemaakt. Ook de Voogdijraad – waarnaar zo nodig kan worden verwezen – is bij deze afspraak betrokken.
Daarnaast geldt dat indien minderjarigen in voorkomend geval wel tot detentie in de JICN op Bonaire worden veroordeeld, zij gescheiden van volwassenen worden gedetineerd. Op dit moment zitten op Bonaire geen minderjarigen in detentie. Wel enkele jongvolwassenen in de leeftijd van 19 tot 22 jaar.
Tenslotte kan nog worden gemeld dat er begin 2012, onder verantwoordelijkheid van VWS en in samenwerking met het lokale bestuur en de jeugdorganisaties, een campagne Positief Opvoeden is gestart om ouders kennis te laten maken met een andere manier van opvoeden.
Ook Stichting Jeugdwerk Jong Bonaire, een centrum waar jongeren van 12 tot 20 jaar na schooltijd heen kunnen, biedt de jeugd activiteiten op sport en educatief gebied aan om afglijden richting criminaliteit en andere ongewenste activiteiten te voorkomen. Jong Bonaire biedt de ouders ook opvoedingsondersteuning aan.
De reclasseringsactiviteiten worden op Bonaire, St. Eustatius en Saba door Stichting Reclassering Caribisch Nederland (SRCN) uitgevoerd en hebben het adequate niveau. Dit betreft voorlichting en advies aan de rechterlijke macht, het toezicht bij bijzondere voorwaarden en elektronisch toezicht en het laten uitvoeren van taakstraffen. De SRCN wordt op het gebied van verdere professionalisering en bedrijfsvoering ondersteund door Reclassering Nederland. De Raad voor de Rechtshandhaving is verantwoordelijk voor het toezicht op de kwaliteit van de reclassering en de overige voorzieningen.
Op St. Eustatius en Saba is momenteel geen detentiecapaciteit beschikbaar. In 2014 is de nieuw te bouwen Justitiële Inrichting (30 plaatsen) op St. Eustatius gereed. Vanaf dat moment hoeven gedetineerden uit Saba en St. Eustatius niet meer naar Bonaire te worden overgebracht. Voor de tussenliggende periode onderzoek ik de mogelijkheid om de gedetineerden van St. Eustatius en Saba wekelijks videocontact (Skype) met hun familie te kunnen laten onderhouden (zie ook het antwoord op vraag 8). Het uitgangspunt is dat gedetineerden een half jaar voor ommekomst van hun straf worden voorbereid op hun terugkeer. Het is afhankelijk van de aard van hun problematiek of hieraan ook daadwerkelijk uitvoering kan worden gegeven.
In 2015 is de nieuw te bouwen Justitiële Inrichting op Bonaire gereed, waarmee Bonaire beschikking zal hebben over 70 cellen (maximaal 140 detentieplaatsen). In 2014 is de nieuwe Justitiële Inrichting op St. Eustatius gereed, waarmee dan 30 plaatsen beschikbaar zijn. Vanaf dat moment zal overbrenging van gedetineerden naar Bonaire omwille van de capaciteit, niet meer nodig zijn. Ik ben op de hoogte van de bezwaren die er zijn tegen de bouwlocatie op St. Eustatius. Echter, het bestuurscollege aldaar is bevoegd om hierover een besluit te nemen. Wij zijn vanzelfsprekend met het eilandbestuur in gesprek over een spoedige realisatie.
Gedetineerden uit Saba en St. Eustatius, die op Bonaire zijn gedetineerd, zijn er qua voorzieningenniveau in de Justitiële Inrichting Caribisch Nederland (JICN) op Bonaire op vooruitgegaan ten opzichte van de situatie van vóór 10/10/10 toen ze veelal op St. Maarten gedetineerd werden. Ook gelet op hun veiligheid in detentie is de overgang van Sint Maarten naar Bonaire een grote vooruitgang. Ik verwijs u in dit verband ook naar het antwoord op vraag 3. Natuurlijk is vanwege de grotere afstand tussen St. Eustatius en Saba tot Bonaire de mogelijkheid tot familiebezoek voor gedetineerden beperkt. Contacten zijn voor een aantal gedetineerden beperkt tot het gebruik van de fax en telefoon. Onderzocht wordt de mogelijkheid – mede met het oog op de veiligheidsaspecten – om gedetineerden van St. Eustatius en Saba wekelijks videocontact (Skype) met hun familie te kunnen laten onderhouden. Overigens kan hierbij worden opgemerkt dat beperkte mogelijkheden tot familiebezoek vanwege een grote geografische afstand zich ook elders kunnen voordoen en in die zin niet uniek is voor de situatie in Caribisch Nederland. Tenslotte kan worden opgemerkt dat het hier gaat om een tijdelijke situatie, omdat nieuwbouw van een JICN op St. Eustatius in 2014 is voorzien.
Gelet op de beantwoording van bovenstaande vragen zie ik op dit moment geen aanleiding om de Onderlinge Regeling te wijzigen.