Ingediend | 20 januari 2012 |
---|---|
Beantwoord | 13 februari 2012 (na 24 dagen) |
Indiener | Lea Bouwmeester (PvdA) |
Beantwoord door | Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z00861.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-1510.html |
Ja.
Betrokkene is op 1 januari jl. op de luchthaven Schiphol aangehouden omdat er nog een vervangende hechtenis openstond. Vervolgens is betrokkene op 2 januari jl. overgebracht naar de penitentiaire inrichting (PI) Schutterswei te Alkmaar. Bij de overbrenging naar de PI van betrokkene zijn aan de PI geen bijzonderheden of risico’s gemeld die duidden op een vermoeden van bezit of smokkel van cocaïne. Op 9 januari jl. ontving de PI signalen van een andere gedetineerde dat betrokkene de beschikking over cocaïne zou hebben. Daarop is conform het geldende drugsontmoedigingsbeleid direct bij betrokkene een celinspectie uitgevoerd. Daarbij is 321,4 gram aan bolletjes cocaïne aangetroffen. Na deze vondst is de PI met drugshonden gecontroleerd. Daarnaast zijn er bij gedetineerden bij wie middelengebruik werd vermoed extra urinecontroles uitgevoerd. De betrokkene is op last van de directie vanuit de PI naar een ziekenhuis overgebracht voor onderzoek. Daar is via röntgenscans onderzocht of zich in het lichaam van betrokkene nog bolletjes cocaïne bevonden. Dit bleek niet het geval.
Zie antwoord vraag 2.
Bij binnenkomst in de PI van betrokkene is de standaardprocedure voor het controleren op het bezit van contrabande en drugs gevolgd. Dit houdt in dat de spullen van betrokkene zijn gecontroleerd en dat betrokkene is gefouilleerd en gevisiteerd. Daarbij zijn geen verdovende middelen aangetroffen. Extra controlemaatregelen zoals een check op bolletjes vinden niet standaard plaats. Dat gebeurt wel als de PI daarover voorafgaand aan de detentie informatie ontvangt of bij signalen gedurende het verblijf in de PI.
Zoals ik in het antwoord op vraag 2 heb aangegeven is in dit geval (na controle van de PI met drugshonden en het uitvoeren van extra urinecontroles) van het gebruik of de aanwezigheid van cocaïne niet gebleken.
U weet dat ik het van groot belang vind dat de aanwezigheid van drugs maximaal dient te worden voorkomen. Daarom zal het GW-brede drugsontmoedigingsbeleid mede naar aanleiding van de uitkomsten van de evaluatie van dit beleid op bepaalde punten worden aangescherpt. Op dit moment acht ik uitbreiding met een check op bolletjes van de reeds bestaande maatregelen in het kader van het drugsontmoedigingsbeleid niet nodig.
Zie antwoord vraag 4.
Honderd procent drugsvrije inrichtingen bestaan niet. Wel is penitentiaire scherpte blijvend noodzakelijk. De focus hierop en op het bestrijden van de invoer en aanwezigheid van drugs in de inrichtingen mag niet verslappen. Zoals ik eerder heb aangegeven, ben ik momenteel bezig met een herziening van het drugsontmoedigingsbeleid. Ik zal uw Kamer hierover in het voorjaar schriftelijk informeren.
Zie antwoord vraag 6.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Bouwmeester (PvdA) van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het «Cocaïnefeestje in de gevangenis» (ingezonden 20 januari 2012) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.