Ingediend | 17 januari 2012 |
---|---|
Beantwoord | 9 februari 2012 (na 23 dagen) |
Indiener | Henk van Gerven |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | ziekten en behandelingen zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z00519.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-1477.html |
Zowel de kwaliteit van het product als de bekwaamheid van de professional bepaalt het resultaat van een behandeling. Als aan beide voorwaarden wordt voldaan dan is de kans op problemen met het injecteren van rimpelvullers klein. Een uitzondering daarop vormt het gebruik van permanente rimpelvullers. Vanwege de kans op complicaties wordt het gebruik van dit type rimpelvullers ontraden, onder andere – sinds november 2006 – via de website van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Een cliënt heeft – in het bijzonder wanneer het gaat om cosmetische redenen – een eigenstandige verantwoordelijkheid in de keuze of hij tot het gebruik van rimpelvullers overgaat. Die eigen keuze dienaangaande kan een cliënt – in goed overleg met de behandelaar – maken op basis van verschillende informatiebronnen, bijvoorbeeld de website van de IGZ.
Ik ontraad het gebruik van permanente rimpelvullers, het is geen goede zaak om mensen daarmee te behandelen (zie ook mijn antwoord op vraag 1).
Zie mijn antwoord op vraag 1. In aanvulling daarop: het gebruik van deze middelen voor cosmetische redenen wordt ontraden door zowel de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC) als de Nederlandse Vereniging Cosmetische Geneeskunde (NVCG). Dat wil dus zeggen dat als behandelaren in Nederland permanente rimpelvullers zouden gebruiken voor cosmetische redenen, zij handelen in strijd met de professionele standaard. Dit wil zeggen dat behandelaren die om cosmetische redenen permanente rimpelvullers gebruiken, kunnen worden aangepakt door de IGZ en de tuchtrechter. Permanente rimpelvullers worden echter ook gebruikt voor reconstructieve chirurgie. Het verbieden van deze middelen zou dus leiden tot het onthouden van behandeling aan mensen met een ernstige verminking, hetgeen niet wenselijk is.
Overigens zou in het – hypothetische – geval dat tot een verbod van het in de handel brengen van permanente rimpelvullers zou moeten worden overgegaan, een dergelijk verbod om een Europese benadering vragen vanwege het vrije verkeer van goederen.
In het licht van het bovenstaande acht ik een gesprek met de Stichting Legaal Verminkt over het verbieden van permanente vullers niet opportuun.
De IGZ heeft in november 2006, samen met de beroepsverenigingen, een waarschuwing uit laten gaan waarin het gebruik van permanente rimpelvullers voor cosmetische doeleinden zeer sterk wordt ontraden. Sinds die tijd zijn bij de IGZ een tiental meldingen binnengekomen over complicaties na het gebruik van een permanente rimpelvuller. Daarvan had het grootste deel betrekking op ingrepen die voor die waarschuwingsdatum zijn uitgevoerd. Eén melding wordt nog onderzocht, maar dit betreft een op zichzelf staande, bijzondere casus. Op grond hiervan heb ik geen aanwijzingen gekregen dat er in Nederlandse ziekenhuizen of klinieken nog permanente rimpelvullers worden gebruikt voor cosmetische doeleinden. Als er mensen zijn die andere aanwijzingen hebben, verwijs ik die graag naar de IGZ opdat de inspectie dat nader kan onderzoeken en aanpakken.
Zie antwoord bij vraag 4.
Zie mijn antwoord op vraag 3.
Ik ben zeer begaan met mensen die ernstige lichamelijke en geestelijke gevolgen ondervinden van verminkende behandelingen. De overheid doet er alles aan om deze praktijken uit te bannen. Mochten er signalen bij de IGZ binnenkomen over het gebruik van permanente rimpelvullers voor cosmetische doeleinden, dan zal zij dat onderzoeken en zo nodig de «behandelaar» aanpakken.
Noch de IGZ noch mij hebben signalen hierover bereikt. Mochten deze signalen er zijn, dan is het cruciaal dat de IGZ hiervan op de hoogte wordt gesteld.
Botulinetoxine-bevattende producten zijn op de Nederlandse markt slechts toegelaten als geneesmiddel. De vereiste productinformatie geeft aan dat botulinetoxineproducten alleen mogen worden toegediend door artsen met geschikte ervaring. De cliënt zal in samenspraak met de beoogde behandelaar de voor- en nadelen van een cosmetische botox-behandeling moeten beoordelen.
Bijwerkingen kunnen worden gemeld bij de stichting Lareb. Burgers kunnen en zorgaanbieders moeten calamiteiten bij de IGZ melden.